Syriërs waren afgelopen jaar de grootste investeerders in Turkije

De EU gaat 1 miljard euro bijeensprokkelen voor extra hulp bij de opvang van Syrische vluchtelingen in de regio. De hoop dat daardoor minder migranten naar rijke landen in Europa willen reizen is een illusie, zo blijkt in Istanbul.

In een achterafstraatje van de populaire winkelstraat Istiklal bereidt de goedlachse kok Fatih Duse (23) een nieuwe salade. Farooj al Zaeem heet het Syrische fastfood-tentje waar hij werkt. Het logo van een kip met cowboyhoed en Sheriff ster prijkt op zijn T-shirt. Fatih en zijn collega’s zingen mee met Biktub Ismak Ya Habibi (Ik schrijf je naam, mijn geliefde)van de legendarische Libanese zangeres Fayrouz.

“Ik vind dit niks”, zegt Fatih. “Voor maar 1200 lira (350 euro) werken we hier zeven dagen in de week, twaalf uur per dag. Mijn kamerhuur is 500 lira. Ik houd amper iets over voor mijn reis naar Europa. De eerste keer pakte de Turkse politie ons op bij de Griekse grens. Binnenkort probeer ik het opnieuw”.

Fatih komt uit Damascus en is student bouwkunde. Hij is een van de 1,8 miljoen Syriërs die over Turkije zijn uitgewaaierd op zoek naar werk en onderdak. Van de ruim 2 miljoen vluchtelingen verblijft maar een fractie – 258.974 – in de 25 kampen. Alleen zij komen in aanmerking voor het extra geld dat de EU beschikbaar heeft gesteld.

De overgrote meerderheid is overgeleverd aan huisjesmelkers en probeert te overleven door zwart te werken in naaiateliers, schoenenwerkplaatsen, in de bouw, in restaurants en in winkels. Turkije geeft geen van deze mensen een vluchtelingenstatus. De overheid noemt hen ‘gasten’. Dat klinkt mooi, maar ondanks de enorme traditionele gastvrijheid en de open-deur politiek van Turkije, hebben deze ‘gasten’ amper rechten.

Alleen al in Istanbul zijn 200.000 tot 300.000 Syriërs neergestreken. Dat leidt tot allerlei spanningen, omdat ze de huren opdrijven en de lonen onder druk zetten. De arbeiderswijk Güvercintepe, waar 40.000 Turken wonen, zag er in korte tijd 10.000 Syriërs bijkomen. In mei werden Syrische winkels beschoten en met stenen bekogeld, en werd een huis in brand gestoken.

Niet alle Syriërs zijn arm en wanhopig. Syrische ondernemers waren het afgelopen jaar de grootste investeerders in Turkije. Van de 3.875 buitenlandse bedrijven die in 2014 werden opgezet in Turkije waren er meer dan 10 procent van Syriërs.

Mohammed Bitar (50) uit Damascus is een van hen. In de wijk Aksaray, waar talloze winkels Arabische opschriften hebben, begon hij in 2012 in een souterrain te koken. “Ik heb inmiddels zeven restaurants met de naam Tarbuş, twee bakkerijen en 340 Syrische vluchtelingen in dienst”, zegt hij trots. “Van maisbloem bakken we per dag 120.000 ‘lavash’ pitabroden”.

Hij slurpt van zijn hete thee en wijst over zijn schouder. ‘Zie je die man met zijn telefoon? Een van de mensensmokkelaars, heeft al duizenden vluchtelingen naar Griekenland gebracht. Als de EU echt wil bereiken dat Syriërs hier blijven dan moeten er samen met Turkije voor hen kansen worden gecreëerd om hun talenten te ontwikkelen en hier een nieuw en zinvol bestaan op te bouwen. Als je alleen maar geld geeft, worden ze lui en afhankelijk.”

Marc Guillet is journalist. Hij schrijft sinds 1983 over Turkije en was van 2006 tot 2019 correspondent in Istanbul.

Recente berichten

Recente reacties

    Archieven

    Categorieën

    Meta

    Deze website gebruikt cookies om uw ervaring te verbeteren. Door op de 'accepteer' knop of andere links in de site te klikken, geeft u aan hiermee akkoord te gaan.