In Syrië bestaat geen echte filmtraditie, maar er zijn wel filmmakers die door hun werk en persoonlijke ontwikkeling de cinema in Syrië in stand hebben weten te houden. Dit geldt voor de meeste Arabische landen. Alleen Egypte heeft een echte filmtraditie en -markt. Omar Amiralay is één van die filmmakers die de basis legden voor het genre van de documentaire in Syrië. Hij is ‘de Arabische Joris Ivens’.
Amiralay zat in Parijs op de filmschool La Fémis en maakte er de studentenrevolte van 1968 mee. In 1970 keerde hij terug naar zijn vaderland. Daar begon hij documentaires te maken – eigenlijk een onmogelijke opgave in het land van Hafez al-Assad (de vader van de Bashar al-Assad), waar geen vrijheid van meningsuiting was, wat vooral bij documentaires een probleem vormde, en waar ook geen markt voor films was. Toch maakte hij twintig documentaires, waarvan de meesten werden gefinancierd door Franse televisiestations.
Van pleitbezorger tot criticus
Amiralay’s eerste film kwam uit in 1970. Het was een experimenteel spel van beeld, geluid en ritme met als onderwerp: het bouwen van de grootste dam in Syrië. Als jonge filmmaker was hij vooral met vorm en montage van beeld en geluid bezig en in zijn werk ervaar je zijn bewondering voor de kracht van de cinema. De dam kreeg de naam van Assad en werd een symbool voor het regime, dat de film van Amiralay ook in die context onder de aandacht bracht.
Omar Amiralay ontwikkelde zich hierna steeds meer als kritisch cineast met films over het systeem en de maatschappelijke en politieke problemen. Hij uitte zijn kritiek vaak slim, op een indirecte, symbolische en visuele manier. Maar vaak koos hij ook voor omstreden onderwerpen, zoals, in deze film, over de Baath-partij. Overigens roept zijn werk meer vragen op dan dat het antwoorden geeft. Film was voor hem vooral een kunstvorm, dat is door zijn hele oeuvre heen duidelijk te zien.
Omar Amiralay als boodschapper
Zijn laatste werk was “A Flood in Baath Country” uit 2003. In een interview zegt hij dat hij een film wilde maken over het Assad-Baath-regime en het effect ervan op het land in de afgelopen 35 – inmiddels meer dan – 40 jaar. Terwijl hij bezig was met onderzoek voor de film stortte een kleine dam in, waarbij tientallen doden vielen en een aantal dorpen werd verwoest. Na dit incident verscheen er een rapport met de waarschuwing dat alle dammen die waren gebouwd gedurende het Baath-bewind konden instorten doordat er materiaal van inferieure kwaliteit in was verwerkt. Om op de kosten te beknibbelen was heel goedkoop ijzer en beton gebruikt. Het is een voorbeeld van de corruptie waaruit de Syrische overheid van onder tot boven bestond. Een systeem waaraan je wel moest meedoen, wilde je ergens binnenkomen.
Deze gebeurtenis werd voor hem het uitgangspunt van de documentaire. De dam als symbool van het regime en het mogelijke gevaar van instorting. Hij keerde terug naar de locatie van zijn eerste film: het dorp Al Mashi (الماشي) is ook de naam van de stam die daar woont. Het betekent het Vee of de Schapen الماشية. Zoals de dam de heerschappij van Assad en co symboliseert, zo staat het dorp voor Syrië zelf.
De film heeft twee leidende personages: het hoofd van de stam, een analfabeet die al decennia parlementslid is uit hoofde van zijn status van lokaal leider, en zijn neef, de directeur van de school en de leider van de Baath-partij in het dorp. Maar het kan ook zijn dat deze personages een weerspiegeling zijn van Assad de vader en zijn zoon Bashar, met een knipoog naar de moderne internet- en computertechnologie: Bashar heeft geroepen dat die technologie nog in dozen zit die onuitgepakt zullen blijven.
De film geeft de indruk dat hij geënsceneerd is, maar de maker zei tijdens een interview in 2004 dat hij alleen met een grote lijn in zijn hoofd en zonder echt scenario naar het dorp was gegaan. Daar is de film ontstaan: door de interactie van de personages met de omgeving.
Voor mij als kijker die opgroeide in Syrië waren veel dingen erg herkenbaar: vooral de theatrale sfeer. Niemand durft zichzelf te zijn op school of in het openbaar. Als Amiralay een eenvoudige vraag stelt aan de dorpelingen dreunen ze een stroom tekst op die ze uit hun hoofd hebben geleerd. Af en toe valt er een stilte, omdat ze een woord kwijt zijn, maar als dat weer is gevonden, draait de langspeelplaat verder.
In de film zitten verwijzingen naar hoe het land wordt bestuurd en naar het Assad- regime. Maar ook de pijnlijke werkelijkheid dat de stam in de jaren 80 Assad heeft gesteund bij diens massamoorden. Dat wordt niet expliciet vermeld, maar voor Syriërs is de verwijzing duidelijk.
Inspirator voor de vrijheidsstrijd
Censuur is een subtiel mechanisme in Syrië. De film was er verboden, maar dat stond nergens zwart op wit. In Syrië wordt niet geregeerd met wetten en regels, maar door de veiligheidsdiensten. Zij bepalen wat wel en wat niet mag.
Na de eerste vertoning op tv in het buitenland werd Amiralay door de veiligheidsdienst aangehouden. Na zijn vrijlating maakte hij hier een grapje over in een interview: dit was de eerste film die hij besprak met een veiligheidsagent in plaats van met een filmcriticus. En zo gedetailleerd: shot per shot werden samen bekeken en besproken. De agent vroeg dingen als: waarom heb je die telefoon op die manier in beeld gebracht?
Het signaal dat de geheime dienst afgaf was voldoende om de film in het binnenland te censureren. Maar in het buitenland was het een iets ander verhaal: de film kwam op het programma te staan van het filmfestival Carthage in 2004 in Tunesië.Vlak na de aankondiging werd hij weer uit het programma geschrapt, hoogstwaarschijnlijk onder druk van de overheid. De regimes van Benali (de voormalige president van Tunesië) en Assad hadden goede contacten.
Dit incident maakte veel discussie los binnen de Arabische filmwereld, en ineens gebeurde wat tot dan toe niet voor mogelijk was gehouden: de filmmakers kwamen als collectief in het geweer. Velen van hen trokken hun bijdrage terug als protest. Het festival kwam hiermee zo onder druk te staan dat het besluit viel de film van Amiralay toch weer toe te laten. Dat was een grote overwinning van het collectief in de strijd voor de vrijheid van cineasten.
Amiralay eindigde zijn documentaires altijd met een soort toekomstvoorspelling. De tijd heeft hem vaak gelijk gegeven. In de slotscène van A Flood in Baath Country kijken we via een raam naar de minaretten van een moskee. We horen de oproep tot gebed. Dit geluid vervangt als het ware de slogans van de Baath-partij. In het afgelopen jaar is deze symbolische scène uitgekomen. In het dorp waar de film werd gedraaid zijn de jihadisten van ISIS nu de baas, en ze zijn geen haar beter dan Assad.
Het is bijzonder om te zien dat Amiralay in deze laatste film teruggrijpt naar zijn eersteling: full circle. Hij rondde er zijn grote verhaal mee af.
De cineast overleed op 5 februari 2011. Hij wordt soms een martelaar van de revolutie genoemd. Naar verluidt zou hij een week na een ‘bezoek’ aan de veiligheidsdiensten van Assad zijn overleden. Het is niet zeker of hij door hun toedoen (‘gesprekstechnieken’) is gestorven, maar één ding staat wel vast: zijn dood heeft grote invloed gehad op het uitbreken van de opstand in Syrië. Zijn laatste film werd herontdekt en verspreidde zich als een olievlek door het land. Een maand na zijn overlijden begon de revolutie waarop hij zijn hele leven had gehoopt.
In het begin, tijdens het eerste jaar van vreedzaam verzet, vond ik het erg dat hij de revolutie in Syrië niet heeft mogen meemaken. Nu denk ik dat het een geluk voor hem is dat de beelden van het huidige Syrië hem bespaard zijn gebleven.
Met zijn films, zijn creatieve geest en zijn vrijheidsliefde biedt hij ons Syriërs nog steeds hoop voor de toekomst.
De film
https://www.youtube.com/watch?v=tW-WQ8MSqZY
Referenties:
http://www.almustaqbal.com/v4/Article.aspx?Type=np&Articleid=452906
http://www.elaph.com/Web/Politics/2006/9/178127.htm?sectionarchive=Politics
http://doc.aljazeera.net/DocGallery/Media/Documents/2011/10/9/2011109122946183371.pdf
http://ar.wikipedia.org/wiki/%D8%B9%D9%85%D8%B1_%D8%A3%D9%85%D9%8A%D8%B1%D9%84%D8%A7%D9%8A
Recente reacties