Waarom deze groene start-ups in het Midden-Oosten ook onze partners zijn
In een regio waar droogte, vervuiling, voedselonzekerheid en energieschaarste de orde van de dag zijn, hebben sociale ondernemingen gericht op duurzaamheid en milieu meer dan genoeg bestaansreden. Zo zien we in het Midden-Oosten en Noord-Afrika steeds meer start-ups opkomen met de blik op een groenere toekomst.
Juist daarom kan de regio een belangrijke partner zijn in ons buitenlands ontwikkelings- en handelsbeleid waarin groene partnerschappen centraal worden gesteld. Bovendien blijken lokale initiatieven op dit moment effectiever dan grote projecten. Wij gingen (digitaal) langs bij enkele bevlogen groene ondernemers in Libanon, Jordanië en in de Gazastrook.
Van afvalcrisis naar recyclage
Kassem Kazak trok net een shirt aan om met ons te praten. Een schoon overhemd past beter bij zijn functie als directeur van zijn groene onderneming. Straks ruilt hij het weer voor zijn werkkledij, zegt hij, wanneer hij zelf weer aan de slag gaat bij zijn initiatief: Recycle Beirut.
Het is een van die start-ups en sociale ondernemingen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika die niet meer willen wachten op een apathische en corrupte overheid. ‘Onze bestuurders hebben geen aandacht voor milieu, klimaat, schone energie of recycling. Dus begonnen we zelf, met ons eigen spaargeld’, zegt Kassem.
In zijn geval begon dat zeven jaar geleden
geleden, als oplossing voor de Libanese afvalcrisis. Met een compagnon richtte hij een bedrijf op dat anorganisch afval ophaalt en sorteert. Naast zijn werk bij Recycle Beirut heeft hij nog een andere baan, om van te leven. Of hij ooit de schoorsteen kan laten roken van Recycle Beirut weet hij niet. ‘Onze overheid is corrupt,’ zegt hij met een verlegen lach. ’Als je geen deel bent van hun netwerk en het systeem, als je niet bij de overheid hoort of niet aan corruptie mee wil doen, overleef je niet. Om overheidscontracten te krijgen, moet je eerst iemand omkopen.’
Dus maakt hij lange dagen. Bovendien is afvalverwerking zwaar. Zelf werkt hij nog steeds mee met de teams — met vooral Syrische vluchtelingen — van Recycle Beirut. Sorteren, afval ophalen, afval wegbrengen, hij is er van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat mee bezig. Veel initiatieven in deze sector houden het niet lang vol, zegt hij, want het is niet makkelijk. Maar Recycle Beirut heeft een goede reputatie. Er is een gemeenschap van mensen opgebouwd die het bedrijf steunen en die recycleren net zo belangrijk vinden. ‘Waar ik het meest trots op ben? Op het feit dat we nog bestaan!’ zegt hij. ‘En op elke ton afval die wij verwerken die niet in het milieu belandt.’
EenMidden-Oosterse groene lente
De regio wordt geconfronteerd met grote milieuproblemen zoals verontreiniging, afnemende watervoorraden, toenemende bodemerosie, klimaatverandering en voortschrijdende woestijnvorming. Bovendien mist de regio milieu-instellingen en juridische kaders die essentieel zijn om deze bedreigingen het hoofd te bieden. Andere sociaaleconomische ontwikkelingen, zoals een grote bevolkingsgroei, snelle verstedelijking en een hoog armoedepercentage, verergeren
die problemen. Meer nog dan in het Westen zien regeringen in de regio zich geplaatst voor de keuze tussen economische groei en banen enerzijds, en de bescherming van het milieu anderzijds. Dat eerste krijgt daarbij bijna altijd prioriteit.
Er is schaarste van fysieke hulpbronnen in de regio en de druk op het milieu neemt toe. Tegelijk de klacht dat politieke leiders schaarse financiële middelen besteden aan megalomane projecten, milieu-instellingen ondermijnen of negeren, en alleen regelgeving creëren op papier. Dat blijkt onder meer uit een studie, uitgevoerd in opdracht van WAMDA — een platform dat ondernemen in het Midden-Oosten wil stimuleren — en de tech-reus General Electric. Het rapport dateert al uit 2016, maar veel lijkt sindsdien nog niet te zijn verbeterd. Dat ligt ongetwijfeld aan de sociale, politieke en machtsverhoudingen in de regio, waardoor de energie, creativiteit en ambitie van mensen in het Midden-Oosten om greep te krijgen op hun eigen leven én op hun omgeving worden gehinderd.
Milieucampagnes worden gekoppeld aan kritiek op corruptie en onverantwoord beleid
De strijd voor een beter klimaat wordt in het Midden-Oosten wel degelijk gevoerd. Er is meer lokaal en regionaal activisme rond milieukwesties dan vaak wordt aangenomen, zo blijkt ook uit het WAMDA- en GE-rapport. Milieucampagnes gaan over volksgezondheid, vervuiling wordt gekoppeld aan kritiek op nationale ontwikkelingsstrategieën (van bijvoorbeeld fracking of import van kolen) en onverantwoord beleid. Denk aan corruptie, en de privatisering en ‘hybridisatie’ van overheidsbeleid, waarbij overheidsinitiatieven vaak grotendeels bestaan uit extern gefinancierde projecten die zijn uitbesteed aan lokale en internationale adviesbureaus.
De bevolking profiteert zelden van economische groei, terwijl de impact op het milieu hen hard treft. Opstanden in Libanon, maar ook in Algerije of Irak krijgen daardoor steeds vaker een groene ondertoon. Politieke, sociale en economische rechten zijn voor veel jongeren verbonden met ecologische rechten en die worden bij protesten steeds vaker opgeëist. Sociale ondernemers in de regio wachten niet meer op een overheid die vasthoudt aan de valse keuze tussen economie en ecologie, en nemen het heft zelf in handen.
Een groene wederopbloei
Zoals Joslin Kehdy en Joanne Hayek. In juni lanceren zij het platform Regenerate Lebanon, dat lokale initiatieven en oplossingen voor iedereen zichtbaar en toegankelijk maakt. Ze ontmoetten elkaar tijdens de demonstraties die sinds oktober 2019 in Libanon plaatsvonden. Het idee was er bij beiden al, maar door die ontmoeting raakte het in een stroomversnelling. Tijdens de protesten merkten ze dat ze samen een sterkere vuist konden maken. ‘Het gevoel was er al lang, maar toen we eenmaal allemaal op straat stonden, was er geen weg terug,’ vertelt Kehdy.
Hayek vult aan: ‘De revolutie versterkte het verlangen om zelfvoorzienend te zijn. Libanon is rijk aan middelen en bronnen, maar zo zagen we het nooit. Wat er met de revolutie is veranderd, is dat we genoeg hebben van het gevoel dat al het goede van buiten komt.’ Libanezen beleven een herwaardering van wat er al was: ‘Mijn familie kon dit of dat vroeger produceren, dat kan ik dus ook leren. Ik hoef het niet te importeren’.
‘Libanon is rijk aan middelen en bronnen, maar zo zagen we het eerder nooit. De revolutie bracht ook het gevoel dat niet al het goede van buiten komt’
De zware economische crisis waarin Libanon verkeert, en de lockdown door COVID-19, hebben dit proces nog meer versterkt. Regenerate Lebanon wil bijdragen aan een nieuw systeem, nu het oude instort. Dat gebeurt via een open source platform, waar gelijkgezinden elkaar kunnen vinden en terecht kunnen voor kennis en samenwerking. Het digitale platform wordt aangevuld met fysieke voorbeelden van hoe een circulaire maatschappij eruitziet. Zo opende Regenerate in 2019 Eco Souk, de eerste zero-waste winkel in het Midden-Oosten.
Libanon als living lab voor een betere wereld
‘Voor ons is de coronacrisis een test voor de volgende crisis die eraan komt: de klimaatcrisis’, weet Kehdy. ‘We kunnen Regenerate Lebanon ontwikkelen als een oplossing voor het klimaat, maar ook als een innerlijke oplossing, we moeten van binnen veranderen, want het één is niet op te lossen zonder het ander.’
En het antwoord op die klimaatcrisis is een mondiaal project, weten de dames. Kehdy: ‘Libanon is een geweldige pilot, want wij hebben alle problemen van de wereld en we zijn een klein land, dus we kunnen alternatieven testen.’
‘Maar we zijn allemaal spelers in hetzelfde theater. In het Midden-Oosten is er zo lang zo veel uitbuiting geweest, en kijk nu weer naar Israëls plannen om de Westelijke Jordaanoever te annexeren. Een platform als Regenerate kan veel betekenen. Stel je voor dat je alle inzet en veerkracht in de regio bij elkaar brengt en toegankelijk maakt. Dat je het erfgoed, de tradities, de vernieuwers, al het potentieel zichtbaar maakt. Dan stap je over de uitbuiting heen en ga je terug naar de menselijke essentie. Het geeft ons de macht om te zeggen: “We hebben veel om te geven, we zijn niet langer verloren”.’
Eigen spinazie maakt sterk
Bashar Humeid is afgestudeerd politicoloog en was onderzoeker en redacteur bij een denktank in de Verenigde Arabische Emiraten en Duitsland. Maar zijn wortels brachten hem terug in Jordanië, waar hij mee wou zoeken naar groene oplossingen voor de problemen in zijn land. Zijn antwoord is het non-profitbedrijf Meezan. ‘We ontwikkelden een systeem dat we de “vrijheidsmachine” noemen. Het is een kast die op het dak van je huis wordt geplaatst, en die aquaponics, hydroponics en zonne-energie combineert. Je kunt er groenten kweken en je appartement mee verwarmen’. Samen met zijn familie startte hij daarnaast Yanboot, een bedrijf voor biologische landbouw en marketing van biologische producten.
Stedelijke en biologische landbouw nemen een grote vlucht in landen als Palestina, Egypte en Libanon. Een eigen tuintje verbouwen op een dak zou stress kunnen verminderen bij vluchtelingen, en draagt bij tot voedselonafhankelijkheid. Bovendien kunnen armen en werklozen er hun inkomsten mee verhogen. Humeid: ‘In Palestina is de verbondenheid met het land een heel sterk onderdeel van de culturele identiteit, en er is dan ook veel interesse voor duurzaam planten en verbouwen. In Jordanië is die band met het land grotendeels verdwenen. Mensen kregen banen bij de overheid of in het leger. Cultureel was de blik de afgelopen decennia vooral gericht op de Golf en de bijbehorende consumptiecultuur. Maar ook in Jordanië is er een groeiend besef van de impact die bestrijdingsmiddelen op de gezondheid hebben.’
Samenwerking en uitwisseling tussen landen in de regio liggen voor de hand, en is ook zeer gewenst. Jordaanse biologische boeren krijgen hun certificering al van een Libanese organisatie. Helaas is diepgaande uitwisseling maar heel beperkt mogelijk door de oorlog in Syrië en Irak, en de bezetting van Palestina.
Sociaal ondernemerschap in Gaza
Wat oorlog en bezetting met je doen, weet Majd. Zij maakte in haar leven al drie oorlogen mee. Al op jonge leeftijd was zij actief in campagnes voor een betere wereld. Haar ouders, een ingenieur en advocaat, stimuleerden haar om een actieve rol in de gemeenschap te spelen. Nadat Gazanen maanden moesten wachten op bouwmateriaal — ingevoerd door de VN — om huizen herop te bouwen, richtte ze haar eerste bedrijf op. Ze maakte bakstenen van het puin van verwoeste huizen.
Daarna ging het snel. Toen ze de kans kreeg om vijf maanden in de VS te studeren, kwam ze op een nieuw idee. Ze richtte haar tweede bedrijf op, Sunbox, dat zonne-energieoplossingen levert aan mensen voor wie een stabielere energievoorziening bittere noodzaak is, zoals chronisch zieke kinderen die meerdere uren per dag nierdialyse nodig hebben of mensen die geregeld aan de beademing liggen. Sunbox levert ook zonne-energie voor waterzuivering en straatverlichting zodat het veiliger wordt op straat. Majd zet zich voor tweehonderd procent in voor haar bedrijf én voor de gemeenschap. Ze sponsort lokale evenementen over duurzaamheid, steunt start-ups, is mentor van mensen met een eigen bedrijf en investeert in voorlichting en educatie.
‘Ik ben er heilig van overtuigd dat we Gaza alleen kunnen opbouwen door een echte economie op te bouwen’, zegt ze. ‘Een circulaire economie waarbij inkomsten ook weer terug de gemeenschap in vloeien. Maar om dat te bewerkstelligen, heb je goed leiderschap nodig. Leiderschap dat echt om mensen geeft en het land vooruit wil helpen. Dat hebben wij niet. Ik geloof niet in onze leiders. Ik heb nooit iets gehad aan mijn overheid.’
Majd wacht niet tot iemand iets voor haar doet. Ze ondersteunt een nieuwe generatie van opgeleide en zelfbewuste jongeren die willen bouwen aan een vruchtbaarder Gaza waar op een groene manier in de basisbehoeften wordt voorzien. Want zolang mensen vooral naar bijeenkomsten komen omdat ze gratis lunch krijgen, heeft praten over milieubewustzijn alleen geen toegevoegde waarde.
Klein is fijn
Overheden lijken vooral geïnteresseerd in grote projecten waarin ze meteen miljarden kwijt kunnen. Het grote voordeel van dergelijke lokale initiatieven is net dat je op dorpsniveau de natuur weer verbindt met mensen. Grote projecten dreigen wel eens in het luchtledige op te lossen als de initiatiefnemers weer weg zijn. Dat zal niet gebeuren met kleine projecten zoals deze die met liefde worden uitgevoerd.
‘We hebben oorlog na oorlog na crisis, en nu corona’
Het team van Regenerate onderzoekt manieren om impact te kwantificeren, om die zowel op maatschappelijk als op milieugebied te meten. Deze impact moet worden opgenomen in economische modellen, en gericht zijn op het welzijn van de hele gemeenschap. Tegelijkertijd is er een grens aan wat burgers kunnen doen. De Jordaanse politicoloog Humeid: ‘We hebben oorlog na oorlog na crisis, en nu corona. Ik sprak gisteren met één van de boeren, die zei: “Het is ons niet toegestaan om te verrijzen. Elke keer krijgen we weer een klap op het hoofd”.’
Terwijl Europa nu vooral bezig is met de effecten van de pandemie in eigen land, blijven droogte, vervuiling, voedselzekerheid en energie een dagelijkse urgentie in het Midden-Oosten. Daarom is het Midden-Oosten een belangrijke partner voor ons. De ondersteuning van lokale initiatieven, waarmee burgers worden aangemoedigd om minder schade aan te brengen aan het milieu en actief mee te werken aan een beter klimaat, zijn veel effectiever dan grote projecten die internationale bedrijven met overheden in de regio uitvoeren, maar waar de bevolking mijlenver vanaf staat en de vruchten niet van plukt.
De groene energie die er in het grote Midden-Oosten leeft, zou aangegrepen moeten worden door Europese partners die respect hebben voor het milieu en een duurzame samenwerking willen aangaan met partners in de regio. Want dat betere milieu begint met samenwerken.
Recente reacties