Een klimaattop van dilemma’s

De 28e klimaattop in de Verenigde Arabische Emiraten is met 90.000 bezoekers de grootste klimaattop ooit. Dubai pakte groots uit op het terrein waar drie jaar geleden nog de World Expo georganiseerd werd. Met elektrische steps en golfkarren kon je je over het gigantische terrein verplaatsen. Op het publieke terrein waren dit jaar geen grote demonstraties zoals we gewend zijn van eerdere klimaattoppen. Milieu en mensenrechtenorganisaties mochten op het afgesloten VN-terrein kleinere acties organiseren. Gecoördineerd met toestemming van de organisatoren, maar wel dicht bij de onderhandelaars.

Voor een aantal organisaties was dat niet genoeg. Zij besloten niet te komen. De ‘Grassroots Global Justice Alliance’ zette een boycott-campagne op. Hun slogan: “Geen bloed, geen olie en geen green washing genocide.” Een organisatie die meedoet aan de boycott is ‘Humat Diljah’, één van de grootste klimaatbewegingen in Irak. Deze organisatie is er dit jaar niet bij. Salman Khairalla van Humat Diljah zegt hierover: “Vorig jaar was de klimaattop in Egypte en dit jaar in de Emiraten. Beiden hebben klimaatactivisten in hun gevangenis vanwege kritische uitlatingen tegen de overheid.” Khairalla weet hoe het is om je niet kritisch uit te kunnen spreken. Zelf woont hij niet meer in zijn thuisland Irak, vanwege angst voor repercussies op zijn activisme.

Een andere belangrijke reden voor hem om niet te gaan is de rol van de Verenigde Naties. “De VN organiseert een klimaattop en beroept zich op klimaatrechtvaardigheid en mensenrechten,” vertelt Khairalla aan de telefoon, “Maar in veel landen is een basis van rechtvaardigheid al ver te zoeken. Mensen worden onderdrukt door dictators en politieke structuren. De Verenigde Naties doen hier niets aan. Ze stemmen zelfs tegen een staakt het vuren in Gaza”.  Dit maakt de VN voor hem onbetrouwbaar en hij vindt de inzet op klimaatrechtvaardigheid hierdoor ongeloofwaardig.

Op het terrein van de klimaattop staan bij de grootste en indrukwekkendste paviljoenen, zoals de VAE en Saudi-Arabië, rijen van mensen. Binnen laten de virtual reality brillen je de duurzame toekomst zien en leggen hologrammen van vrouwen in deftige mantelpakjes uit welke projecten er in het verschiet liggen. Tussen die paviljoenen loopt de Palestijn Loay Alatrash rond. Hij besloot wel naar de klimaattop te gaan, een gevaarlijke tocht. Over land reisde hij vanaf de Westelijke Jordaanoever, via meerdere Israëlische checkpoints, naar Jordanië. Vanaf daar vloog hij naar de Emiraten.

Loay Alatrash bij de COP, @Jaap van den Biesen

Alatrash is de voorzitter van de ‘Arab Youth Green Voices’, een netwerkorganisatie die de stem van jonge Arabieren vertegenwoordigt. Hij vertelt dat het geen makkelijke keuze was om te komen, dat hij zich schaamt en tegelijk opgewonden is. Hij schaamt zich vanwege zijn familie en kinderen die hij achterlaat in een land in oorlog, maar tegelijkertijd is hij opgewonden door de kans om zijn verhaal over Palestina, de klimaatcrisis en water te vertellen. “De klimaatverandering en gepaarde ongelijkheid is in de Westelijke Jordaanoever heel duidelijk. In zijn dorp heeft iedereen ongeveer 35 liter water per dag. Een kilometer verderop hebben bewoners van de Israëlische nederzettingen 300 liter water per dag.” Voor hem is de klimaattop overuren draaien, hét moment om het bewustzijn te vergroten over zowel het Palestijnse conflict als de klimaatverandering.

De grootschaligere milieuorganisatie Greenpeace MENA ziet ook momentum tijdens deze klimaattop in de Verenigde Arabische Emiraten. Dit land wil immers een economisch leidende rol pakken in de duurzame alternatieven voor olie en gas. Ghiwa Nakat, Directeur van Greenpeace MENA, zet daarom in op de Arab Group, een samenwerkingsverband die tijdens de klimaattop de belangen van Arabische landen vertegenwoordigt. Zij probeert deze Arab Group zo ver te krijgen om zich aan te sluiten bij het doel van 1.5°C van Emiraten klimaattop voorzitter door in te zetten op hernieuwbare energie en uitfasering van fossiele brandstoffen.

Of Khairalla volgend jaar wel bij de klimaattop is hangt ervan af: “Als het in een land is waar rechtvaardigheid serieus genomen wordt, ben ik erbij. Alleen dan kunnen er grotere stappen worden gezet op klimaatrechtvaardigheid.”

Vacature stagiair(e) Communicatie

Wat is het Grote Midden Oosten Platform?

Het Grote Midden Oosten Platform is een onafhankelijke stichting die zich richt op het vergroten van kennis en begrip over de Arabische wereld en Noord-Afrika in Nederland. Het Grote Midden Oosten Platform is een transparante, ‘lichte’ organisatie. Dankzij ons vaste kernteam en de flexibele inzet van deskundigen zijn wij weinig plaats- en tijdgebonden. Hierdoor kunnen we diensten leveren die volledig aansluiten op de vraag, van Randstad tot regio, en zijn we in staat de expertise van diverse deskundigen optimaal te benutten. Het Platform biedt de Midden-Oosten deskundigen verder alle ruimte voor eigen initiatieven.

Sinds twee jaar zetten we actief in op social media om ook via deze kanalen het beeld van de MENA-regio te nuanceren, ons netwerk uit te breiden, en onze artikelen, podcasts, evenementen en overige content te delen. We zijn hierin altijd op zoek naar creatieve ideeën en initiatieven. Daarom zijn wij op zoek naar een stagiair(e) die voor ons onder andere de volgende taken uit kan voeren:

  • Het beheren van de social mediakanalen,
  • Het maken en plannen van content voor onze social mediakanalen,
  • Het bedenken van creatieve marketingcampagnes.
  • Bijdragen aan het onderhouden van onze website en andere communicatiekanalen,
  • Meedenken over hoe we (nieuwe) doelgroepen kunnen bereiken en onze content kunnen verspreiden.

Wat wij onze stagiaires bieden:

  • Flexibele werktijden en de mogelijkheid om vanuit huis te werken,
  • Persoonlijke begeleiding en ondersteuning bij jouw persoonlijke en professionele ontwikkeling,
  • Mogelijkheid om deel te nemen aan onze evenementen en netwerkactiviteiten.

Wie zoeken wij? Wij zoeken een gemotiveerde en zelfstandige student die:

  • Een relevante opleiding volgt op HBO of WO-niveau (bijvoorbeeld Arabisch, Politicologie, Internationale betrekkingen, Journalistiek, Communicatie of Marketing),
  • Thuis is in social media en/of (marketing)communicatie,
  • Interesse heeft in de Arabsiche wereld en bekend is met de politieke en culturele ontwikkelingen in de regio,
  • Goede communicatieve en schriftelijke vaardigheden heeft, zowel in het Nederlands als in het Engels. (Versta/lees je ook nog Arabisch en/of Frans? Dat zou helemaal geweldig zijn)
  • Creatief, zelfstandig en proactief is en graag nieuwe uitdagingen aangaat.

Wij kunnen geen stagevergoeding bieden, wel een reiskostenvergoeding indien van toepassing.

Geïnteresseerd? Check of je opleiding de stage goedkeurt en stuur je cv en motivatie naar info@hetgrotemiddenoostenplatform.nl.

 

Passie van Nu met Syrisch diner – 31 maart Amsterdam

Met de beroemde passie van Bach als basis komen eeuwenoude verbindingen tussen culturen tot leven. In zeven muzikale talen wordt het verhaal van nu verteld: over verschillen en overeenkomsten tussen mensen en over hoe we elkaar de hand kunnen reiken. Regisseur Miranda Lakerveld schrijft elk jaar nieuwe teksten voor deze interculturele Passie, geïnspireerd op de eeuwenoude verhalen, die troost en inzicht bieden op de actualiteit.

Het laatste avondmaal en de voedselcrisis

De Passie van 2023 gaat over de mondiale voedselcrisis. Met muziek en verhalen over honger, voedsel, vasten uit verschillende culturen. Over het Laatste avondmaal, de Indonesische rijst-godin Dewi Sri, de maïs-godinnen uit de Amerika’s tot de betekenis van de Ramadan. Verhalen over strijd en opoffering maar ook over hoop voor een nieuw begin.

De fenomenale sopraan Madeline Elizabeth Saputra vertolkt de sopraanaria’s en Indonesische liederen over Dewi Sri, Shwan Sulaiman reciteert mystieke Arabische poëzie, Itzel Medegico zingt zowel de mezzo-aria’s van Bach als Mexicaanse son en bariton Sinan Vural zingt de prachtige aria’s en Turkse mystieke liederen. Chetna Sahni Sehgal zingt Hindoeïstische bhavans, de virtuoze ud-speler Haytham Safia speelt melodieën uit Galilea. Danseres Vanessa Felter leidt deze ceremonie voor een nieuwe tijd.

Samen vertellen de musici verhalen van verlies en wederopstanding. Een voorstelling als een goed gesprek, vol schoonheid en verzoening, een verrijking van de paastraditie.

Ramadan

Dit jaar valt de Passietijd samen met de Ramadan. Tijdens de Ramadan, die een hele maand duurt, vasten moslims tussen zonsopgang en zonsondergang. Het vasten is bedoeld als oefening in geduld, en om verbondenheid te ervaren met arme en hongerige mensen elders op de wereld. De maaltijd waarmee het vasten na zonsondergang wordt gebroken heet iftar-maaltijd. Het is vaak een feestelijke maaltijd die in groter gezelschap wordt gegeten.

Op 31 maart organiseren we samen met World Opera Lab een avond waarin de Passie van Nu wordt opgevoerd rond een diner geïnspireerd op een iftar-maaltijd uit de Syrische keuken.

Tijd: 31 maart 20.00
Plaats: Nassaukerk, De Wittenkade 111 Amsterdam
Kaarten voor voorstelling en diner á € 25 verkrijgbaar op deze site.

 

Wil je de Passie bijwonen en kan je niet op 31 maart, kom dan naar één van de andere voorstellingen, op verschillende locaties en steeds met een andere insteek:

19 maart 16:00 Volksoperahuis – interview met Miranda Lakerveld, Midwest Amsterdam
24 Maart 18:00 Buurtkantine & mini-concert, Midwest Amsterdam
30 Maart 18:00 Try-out met buurt-maaltijd ism Fila, Nassaukerk Amsterdam
31 Maart 20:00 Concert & Diner met Grote Midden Oosten Platform, Nassaukerk Amsterdam
4 april 19:00 uur De Sering Amsterdam
7 april 20:00 Het laatste avondmaal – debat en mini concert, de Balie Amsterdam
8 april 20:00 Concert Goede Vrijdag, het Muiderslot
9 april 21:00 Concert, Podium Mozaïek Amsterdam

Voor informatie over kaarten en reserveringen ga naar de website van World Opera Lab.

Voices from the Green MENA Network – Recommendations to European stakeholders

The Green MENA Network

Climate change and environmental challenges are among the most important issues determining the future of the MENA region, and the EU’s relationships with the MENA. Issues like water management, temperatures and pollution are directly related to economic perspectives, livability and power structures. At the same time, there seems to be a gap, a failure among European organisations and institutions to connect to local initiatives and partners in the Middle East. Therefore, we (het Grote Midden Oosten Platform – GMOP) started mapping individuals, organisations, businesses, and initiatives in the MENA-region that are working for a sustainable green environment. Since we started in 2019, the mapping expanded, it now includes more than 650 contacts throughout the Middle East and North Africa. We call it the Green MENA Network.

The Green MENA Network’s goal is to encourage European stakeholders to make aid and trade with the MENA region green, as well as to support local green actors in the region. We believe that these bottom-up actors are a powerful force for a sustainable and green climate agenda, and that they can be valuable partners for Europe as well.

What do we do, and why?

In the past years we expanded the Green MENA Network and identified key players. Building on what we learned during our meetings, interviews, research and online events with green MENA youth, professionals and activists, we noticed that a) small, bottom-up initiatives often do not have the right capacity or funds to learn from colleagues in neighboring countries and b) there is a dramatic absence of meaningful representation from MENA-countries in important global panels and discussions. That is how we identified two priority areas where the network can support:

  • Facilitate collaboration and exchange between Green MENA Network actors
  • Connect Green MENA Network actors with global/European sustainability discussions and relevant European stakeholders.

From 10th to 13th June 2022, we gathered experts from Morocco, Algeria, Tunisia, Libya, Egypt, Palestine, Jordan, Lebanon, and Iraq who work in the fields of energy transition and biodiversity/food sovereignty. The meeting’s goal was to tap into collective wisdom and to brainstorm about strategies for better MENA representation in global sustainability discussions.

The Green MENA Network has the potential to contribute to truly sustainable development in the MENA region, by taking actions that are good for both planet and people, based on independent and autonomous decision making (rather than on international donor-driven agendas). The network can help to improve representation from the MENA-region in global discussions about climate change and environment protection. Creativity and innovation are also important characteristics within the network.

The production and sharing of indigenous knowledge and innovation in the field of biodiversity and food sovereignty will be taken up within the network too. A basis for such sharing can be found in the Lebanese platform Regenerate Hub (www.regeneratehub.org). And lastly, the network is interested in developing renewable energy hubs in the MENA-region.

Green in the MENA-context

Decolonisation of the food and biodiversity sectors

For local actors in the MENA region, green is more than climate action or sustainability. Many of them associate a sustainable future with decolonization of the agricultural sector and reclaiming of food sovereignty. They want a just transition. Farmers often do not have free access to seeds, to water or land. The most obvious case is Palestine, where land and soil are intertwined with colonization. While Israel is presenting itself as a proponent of sustainability and fighting climate action, it is in fact colonizing the land of 5.2 million indigenous inhabitants of occupied land, it controls water and land use, dumps waste and regularly destroys farmland, water wells and orchards, leaving Palestinians completely dependent on import (which is also controlled by Israel).

Another example of colonial conditions related to land is the way France has banned Total and other companies from fracking on its own territory but is still pushing for it in its former colonies. In 2014-2015, in the heart of the Algerian Sahara, a collective movement protested shale gas exploration by the French oil company Total. The campaign claimed that Algerian citizens were confronting not only the environmental and health hazards of fracking but also this form of neo-colonialism.

In different ways, this lack of sovereignty is present throughout the region in the form of commodity agriculture, seed- and fertilizer monopolies, and the commercialisation of water resources.

Energy transition towards renewables

The energy transition is a huge topic in the MENA-countries, both in oil-producing countries and in the countries without fossil resources. In countries like Egypt and Morocco, governments are investing heavily in renewable energy projects. EU-states are viewing the North African countries as potential suppliers of renewable energy. According to local actors, EU-MENA cooperation projects on energy transition presently do not focus on the benefits of the MENA, but rather on the needs of the EU. They also consider companies in the energy sector as obstructing the transition to renewable energy.

MENA-countries are mostly governed and structured in a centralized manner. When it comes to transitioning to renewable energy, decentralisation of the energy infrastructure could, according to local actors, support the transition as well as make it more sustainable to manage.

Empowerment in global decision making and equality in international relations

Local actors from MENA-countries, like farmer organisations, energy experts or local NGOs, are underrepresented in global platforms, forums and movements where climate change, biodiversity and energy transition are discussed. Consequently, their perspectives, needs and knowledge are not sufficiently included in global or regional strategies and agendas. This absence is caused by a lack of interest from their own governments to include them in national delegations, but also by a lack of funding for travelling and difficulty in obtaining visas.

Many MENA-actors do not even relate to existing global forums, as they consider them dominated by Western agendas, rules and regulations. They see that non-Western countries are treated with different standards, and that Western companies and governments do not apply environmental laws when operating in the MENA.

Recommendations to European stakeholders and people working in the fields of energy transition and biodiversity/food sovereignty

As the party that initiated the Green MENA Network, and as a European foundation, we present recommendations by the Green MENA Network to European stakeholders. The recommendations can be incorporated in European policies and strategies and in cooperation projects with EU-partners and partners from the MENA region.

 How can European stakeholders support the Green MENA key players in their efforts?

Policy makers in the EU:

  • Help strengthen capacities at MENA Ministries of Environment, as these are currently not considered strong partners for local actors.
  • Provide funding for training and expertise (decentralised) for local actors, in fields of energy transition, biodiversity and agroecology, for awareness raising among population, for local staff.
  • Invest in research and projects that put communities at the core of solutions.
  • Provide visas for local actors so they can attend global forums.
  • Enforce European law and environmental regulations on European companies also when they are active outside Europe. 

European NGOs:

  • Support bottom-up actors to influence their governments and become more powerful players in the transition processes.
  • Provide funding for training and expertise (decentralised) for local actors, in the fields of energy transition, biodiversity and agroecology, for awareness raising among population, for local staff.
  • Provide funding for development of networks, including funding to sustain these, for workshops and dialogue, and long-term planning in order to become effective platforms for change.
  • Help connect MENA-networks with other global South based networks and alliances.
  • Ensure to include GCC actors in regional networks, even though they are not coming from traditional development countries.
  • Connect your agendas to the agendas of local partners instead of the other way around. 

European companies:

  • Build relations with local and regional networks, based on ethical values.
  • Support the transition towards sustainable food sovereignty/biodiversity, for example by moving away from monocultures and commodity approaches.
  • Help decentralise the food production systems, allowing self-sufficiency for farmers, bringing power back to people.
  • Help decentralisation of the energy grid to local communities as an important part of a sustainable transition to renewable energy. Invest in local production of renewable energy.
  • Avoid land- and water confiscation in the MENA-region, especially in water-stressed regions and when it is used for production for foreign markets.

Het Grote Midden Oosten Platform can advise and support European stakeholders who are preparing or implementing projects in MENA-countries. Contact us via info@hetgrotemiddenoostenplatform.nl.

If you are interested in a constructive collaboration between the EU countries and the MENA countries, we recommend the White Paper we published in November 2021, on the European Green Deal and how it can contribute to a green agenda for MENA countries.

Public Event: Social Entrepreneurship in the MENA-region

JOIN US 

Thursday, September 1st

15.30 – 18.00

Bronland 10, 6708 WH Wageningen

(Wageningen StartHub)

The SEKEM initiative started in Egypt, north of Cairo 45 years ago, when Dr Ibrahim Abouleish dug the first well to start organic farming in the vast desert. Today SEKEM is a multifaceted group of agro-industrial companies, a community of people, organisations and educational institutions, jointly focusing on the holistic sustainable development of people and their natural environment. SEKEM’s new socio-economic model ‘Economy of Love’ combines aspects of fair trade, circular economy, responsible consumption and ethical finance.

How did SEKEM become what it is today? What can we take away from this model, which is focused on sustainable development and respectful collaborations, rather than on gaining the highest possible profit?

Programme

15.00   Doors open
15.30   Introduction 3 organisations
15.45    Introduction speakers
15.50   Maximilian Abouleish-Boes presents SEKEM’s philosophy and answers questions
16.50   Short break
17.00   Interviews 3-panel members and discussion with the audience
18.00   Closing and networking drinks

Register through this link. Participation is free of charge.

StartHub Wageningen is hosting this event with a capacity of up to 100 participants.

We will also offer a live stream, record and publish the event afterwards on our youtube channel.

Speakers/Panelists: 

Dr. Maximilian Abouleish-Boes – Sustainable Development Lead at SEKEM

Maximilian Abouleish-Boes is born in Germany and works and lives at the SEKEM community in Egypt since 2010. SEKEM Initiative was founded in 1977 by Dr Ibrahim Abouleish, with the vision of sustainable development and giving back to the community. Using biodynamic agricultural methods, desert land was and is revitalized and a striving agricultural business with branded food, phytopharmaceuticals and textile products developed. SEKEM started Heliopolis University in 2012, the region’s first university with holistic sustainable development as its main purpose. The SEKEM initiative, headed by its CEO Helmy Abouleish, became the umbrella of agro-industrial companies and NGO’s, including educational institutions and a medical centre. Maximilian is the Sustainable Development Lead for the SEKEM initiative, which integrates economic, societal, cultural and ecological life to address societal burning issues. Current priorities are ecosystem development, climate change mitigation and biodiversity.

Joslin Kehdy, Panel member:

Joslin Faith Kehdy is the Founder of and Director at Recycle Lebanon, catalysing a system change to re-psyc’le our linear mindset towards circular action. The four programmes of this Lebanese NGO include Regenerate Hub, EcoSouk, TerraPods and Dive Into Action. Joslin currently lives off-grid in the rural village of Baskinta, Lebanon, where she stewards the land developing the TerraPods regenerative agriculture, art residency and eco-design maker-space. 

Bashar Humeid, Panel member

Bashar Humeid is a Consultant, Trainer and Speaker, who specializes in Urban/Organic Farming and decentralized political solutions based on green and decentralized technologies. He is also the founder of Meezan.cc and the co-founder of Yanboot.com. Meezan is a nonprofit enterprise that develops low-tech methods for building, farming and energy-/water saving for Jordan and Arabia. Yanboot is the leading brand in organic agriculture and food production in Jordan.

Organizers of this event:

StartHub Wageningen is the startup incubator and educator for students, PhD’s and recent graduates of Wageningen University & Research. Their core focus is the development of entrepreneurial competencies of students and student entrepreneurs. To stimulate and help students with the development of entrepreneurial competencies, they offer a diverse program in which students can develop their entrepreneurial skills.

The association Vriendenkring SEKEM strives to make the work of SEKEM from Egypt known in the Netherlands (www.sekem.com). The association intends to share the inspiration of SEKEM in the Netherlands and to foster networks, exchanges and cooperation with SEKEM in various aspects. Supporting membership: € 25 per year.

Het Grote Midden Oosten Platform is a Dutch independent foundation of professionals that aims to humanize European policies and discourse around the Middle East and North Africa. One of its bigger current projects is The Green MENA Network project, which maps sustainable and green forces in the Middle East and North Africa (MENA). This project aims to motivate people and organisations in the Netherlands to establish partnerships in the Middle East that are based on sustainability and on caring for the environment and society.

For StartHub Wageningen: Rabih Hamid (06-634410984)

For het Grote Midden Oosten Platform: Sylva van Rosse (06-18241405)

For Vriendenkring SEKEM: Salaheldin Ali (06-683282871)

Masterclass: Inspiring Social Entrepreneurship in the MENA-region

SPEAKERS
Maximilian Abouleish-Boes, Sustainable Development Leader at SEKEM, Egypt
Joslin Kehdy, CEO of Recycle Lebanon and Regenerate Hub, Lebanon
Bashar Humeid, CEO of Meezan and Yanboot organic city food, Jordan

JOIN US 

Wednesday, August 31st

9.30 – 18.00

Bronland 10, 6708 WH Wageningen

(Wageningen StartHub)

WHY THIS MASTERCLASS?

This Masterclass aims to inspire potential entrepreneurs who consider starting a business in the MENA region. The Masterclass offers presentations by three experienced entrepreneurs about the triggers to start their business, their lessons learned, ups and downs, challenges and the opportunities they see in the market.

Breakout sessions will allow for an interactive Q & A with the speakers. Participants will benefit from the speaker’s personal recommendations and advice. They will get insights into how to prepare themselves for social entrepreneurship in the region.

 

  • The Masterclass is a full-day event with a limited capacity of 50 (potential) entrepreneurs.
  • Registration by filling out the registration form.
  • The organizers reserve the right to select participants as to achieve a most diverse and focussed group. 
  • Participants are requested to contribute €50 for the costs of the Masterclass, students can participate free of charge. 
  • The majority of the costs of this Masterclass is covered by the organizers with the financial support of the Iona Foundation.

This Masterclass is a joint initiative of StartHub Wageningen, Het Grote Midden Oosten Platform and Vriendenkring SEKEM

 OBJECTIVE, TAKEAWAYS and SPEAKERS

Objective of the Masterclass

To inspire and motivate (potential) entrepreneurs, including people with a background in the Middle East or North Africa, to develop a business in the MENA region. To share lessons learned, exchange experiences, and connect the potential entrepreneurs with networks in the region. 

What do participants take away from the masterclass?
  • Inspiration & encouragement
  • Practical information on what it means to run/start a start-up or business in MENA contexts, do’s and don’ts
  • Personal feedback from actual entrepreneurs on potential business ideas
  • Network opportunities

Details about the set-up of the masterclass can be found in this Program Masterclass MENA.docx.

Speakers

Bashar Humeid 

Bashar Humeid is a Consultant, Trainer and Speaker, who is specialized in Urban/Organic Farming and decentralized political solutions based on green and decentralized technologies. He is also the founder of Meezan.cc and the co-founder of Yanboot.com. Meezan is a nonprofit enterprise that develops low-tech methods for building, farming and energy-/water saving for Jordan and Arabia. Yanboot is the leading brand in organic agriculture and food production in Jordan. Bashar was born and raised in Amman, Jordan and is currently pursuing a PhD in Political Science at the Technical University of Darmstadt, Germany.

Dr. Maximilian Abouleish-Boes

Maximilian Abouleish-Boes is born in Germany and works and lives at the SEKEM community in Egypt since 2010. SEKEM Initiative was founded in 1977 by Dr Ibrahim Abouleish, with the vision of sustainable development and giving back to the community. Using biodynamic agricultural methods, desert land was and is revitalized and a striving agricultural business with branded food, phytopharmaceuticals and textile products developed. SEKEM started Heliopolis University in 2012, the region’s first university with holistic sustainable development as its main purpose. The SEKEM initiative, headed by its CEO Helmy Abouleish, became the umbrella of agro-industrial companies and NGO’s, including educational institutions and a medical centre. Maximilian is the Sustainable Development Lead for the SEKEM initiative, which integrates economic, societal, cultural and ecological life to address societal burning issues. Current priorities are ecosystem development, climate change mitigation and biodiversity.

Joslin Kehdy

Joslin Faith Kehdy is the Founder of and Director at Recycle Lebanon, catalysing a system change to re-psyc’le our linear mindset towards circular action. The four programmes of this Lebanese NGO include Regenerate Hub, EcoSouk, TerraPods and Dive Into Action. Joslin currently lives off-grid in the rural village of Baskinta, Lebanon, where she stewards the land developing the TerraPods regenerative agriculture, art residency and eco-design maker-space. 

The Organisers of this Masterclass:

StartHub Wageningen is the startup incubator and educator for students, PhD’s and recent graduates of Wageningen University & Research. Their core focus is the development of entrepreneurial competencies of students and student entrepreneurs. To stimulate and help students with the development of entrepreneurial competencies, they offer a diverse program in which students can develop their entrepreneurial skills.

The association Vriendenkring SEKEM strives to make the work of SEKEM from Egypt known in the Netherlands (www.sekem.com). The association intends to share the inspiration of SEKEM’s CEO Helmy Abouleish among (potential) entrepreneurs, in particular those with a migration background in the Middle East, who are considering starting a business in the Middle East or North Africa. 

Het Grote Midden Oosten Platform is a Dutch independent foundation of professionals that aims to humanize European policies and discourse around the Middle East and North Africa. One of its bigger current projects is the Green MENA Network project, which maps sustainable and green forces in the Middle East and North Africa (MENA). This project aims to motivate people and organisations in the Netherlands to establish partnerships in the Middle East that are based on sustainability and on caring for the environment and society.

StartHub Wageningen, Vriendenkring SEKEM and het Grote Midden Oosten Platform also want to share the holistic business philosophy of Helmy Abouleish and other social entrepreneurs from the Middle East with Dutch audiences. This will be done through a public side event.

Vacature Redactielid

Voor de website van het Grote Midden Oosten Platform zoeken we een redacteur (vrijwillig) die meewerkt met het verzamelen, redigeren en publiceren van artikelen en verhalen over het Midden-Oosten.

Het Grote Midden Oosten Platform is een netwerkorganisatie die het beeld van het Midden-Oosten wil nuanceren en humaniseren. Ons gereedschap daarbij is nieuwsgierigheid en deskundigheid. Het Grote Midden Oosten Platform bundelt de krachten van de vele Midden-Oostenexperts in Nederland. Wij benutten hun brede ervaring rond verschillende thema’s door middel van trainingen, analyses, bijeenkomsten en publicaties. Op de website publiceren we journalistieke artikelen, interviews, opiniestukken en podcasts.

Ter versterking van onze redactie zoeken wij iemand die:

  • actief auteurs benadert voor het schrijven van artikelen
  • artikelen redigeert en dit, indien nodig, afstemt met auteurs
  • artikelen op de website plaatst (wij gebruiken WordPress) en online verspreidt
  • zelf interviews aflegt en/of artikelen schrijft

Hiervoor zoeken we iemand die:

  • redactionele en als het kan ook actieve journalistieke ervaring heeft
  • affiniteit heeft met het Midden-Oosten en Noord-Afrika
  • enthousiast is om mee te werken aan de ontwikkeling van ons online platform

De tijdsinvestering is ongeveer 2 uur per week. Dit kan variëren en bepalen we in overleg.

Geïnteresseerd? Stuur dan graag een korte motivatie en cv naar info@hetgrotemiddenoostenplatform.nl.

Milieuwetgeving in het Midden-Oosten: van doekje voor het bloeden tot participatietool?

Hij begon zijn werk als vrijwilliger bij het Habi Centrum voor Milieurechten toen dat een zaak aanspande over het gebruik van kolen door twee cementbedrijven. Volgens het Habi Centrum hadden de bedrijven verzuimd om, voordat ze kolen gingen gebruiken, milieueffectrapportages te delen en te bespreken tijdens publieke hoorzittingen. De aanklacht luidde daarnaast dat de bedrijven, door het gebruiken van kolen en zonder zich aan relevante regels te houden, de rechten van burgers schonden op gezondheid, op een gezonde omgeving, en op toegang tot informatie. Dit zijn rechten die zijn vastgelegd in de Egyptische grondwet.

Egyptische kolenfabriek

Dat was in 2016. Toen het Habi Centrum in 2018 de deuren sloot omdat de eigenaar overleden was, startte Elseidi zijn eigen advocatenkantoor en nam de zaak over. We spraken met Elseidi via zoom, om meer te weten te komen over zijn vastberaden inzet en werkzaamheden. “Zijn kantoor heeft een onderzoeksafdeling en een juridische afdeling,” vertelt hij. “We werken er momenteel aan drie zaken, waarvan de belangrijkste nog steeds die tegen de cementbedrijven is.”

Het centrale punt daarin is de luchtvervuiling die de bedrijven veroorzaken, en de manier waarop ze zijn omgegaan met de milieueffectrapportages. Daarnaast is er een juridische zaak rond de prijs van drinkwater, en één over de verplichting van het gemeentebestuur in Alexandrië om zich te houden aan regels die de nationale regering heeft aangenomen om klimaatverandering tegen te gaan.

Milieuwetgeving in Egypte

Hedendaagse milieuwetgeving heeft zijn wortels in jaren ’60 van de vorige eeuw. Het was onderdeel van de belofte om de maatschappij eerlijker, rechtvaardiger en democratischer te maken. Dat maakt van milieurecht nog geen tovermiddel. Milieuproblemen verdwijnen niet nadat een milieuverdrag is ondertekend, of nadat er een natuurbeschermingswet is aangenomen. De wetten bieden burgers handvatten om actie te ondernemen tegen klimaatverandering en tegen milieuproblemen. Ze zijn een middel om deze problemen op een rechtvaardige manier aan te pakken.

“Milieuwetten”, zegt Elseidi, “zijn in principe de wetten die burgers het recht verschaffen om gebruik te maken van natuurlijke bronnen, en het recht om deel te nemen aan het beheren daarvan. Ook zorgt milieuwetgeving ervoor dat burgers toegang hebben tot informatie over natuurlijke bronnen. Volgens internationale klimaatverdragen is het zelfs heel belangrijk dat er vanuit de samenleving actief wordt deelgenomen aan besluitvorming over klimaat-gerelateerde zaken, op elk niveau van besluitvorming.”

Het is daarom cruciaal dat iedereen toegang heeft tot de relevante informatie.

Volgens Elseidi is het bovendien de taak en verantwoordelijkheid van iedere burger om voor het milieu te zorgen. “We hebben toch allemaal te maken met dezelfde dreigingen en milieuproblemen? Het oplossen daarvan kan niet alleen een zaak zijn van advocaten en beleidsmakers!”

Klimaatrechtvaardigheid en bescherming van het milieu zijn grote thema’s geworden in Egypte. Milieuorganisaties in het land lijken er zich echter nauwelijks van bewust dat wetgeving hen kan helpen om hun doelen te bereiken. Ze weten weinig van de krachtige juridische middelen die ze kunnen inzetten om maatschappelijke participatie af te dwingen. Of dat, in theorie, één enkel persoon de ontwikkeling kan stopzetten van een project als dat een negatieve impact heeft of het milieu.

“Veel milieuorganisaties en natuurbeschermingsstichtingen richten zich helemaal op bewustwording of gedragsverandering,” zegt Elseidi. Hij zou graag zien dat ze een stap verder gingen, en gebruik zouden maken van juridische mogelijkheden om milieuproblemen aan te pakken.

De grote piramides van Giza zichtbaar door de luchtvervuiling

Elseidi refereert daarbij in het bijzonder aan gevallen waar grote projecten worden ontwikkeld (bijvoorbeeld de bouw van fabrieken die gas, cement of petroleum produceren). Volgens de wetgeving in Egypte (maar ook in landen als Jordanië, Koeweit, de Verenigde Arabische Emiraten) is ieder bedrijf dat een project plant, verplicht eerst onderzoek te doen naar milieueffecten op de omgeving. De Egyptische wet schrijft voor dat de projectontwikkelaar twee publieke hoorzittingen moet houden. Tijdens die hoorzittingen moeten aanwezigen (lokale gemeenschap, NGO’s, wie het maar belangrijk vindt) worden geïnformeerd door deskundigen over de milieu-impact. Milieueffectrapportages moeten tijdig worden gepubliceerd, en burgers hebben de kans om vragen en bezwaren te uiten, die vervolgens in behandeling moeten worden genomen door de projectontwikkelaar. Dit recht op informatie en burgerbetrokkenheid geldt niet alleen voor de start van het project, maar ook tijdens de volledige periode van uitvoering.

Egypte is niet het enige land in het Midden-Oosten en Noord-Afrika waar milieuwetgeving onvoldoende wordt toegepast of afgedwongen. Dat is het geval in de hele regio. Het komt voor dat autoriteiten internationale milieuverdragen hebben ondertekend, maar de middelen of capaciteit niet hebben om de eigen nationale wetten daarop aan te passen. In sommige landen is de milieuwetgeving niet krachtig genoeg om bescherming te bieden tegen milieumisdrijven. Anders dan in Egypte richten NGO’s zich in die landen juist wel op beleidsmakers, en op  versterking van milieuwetgeving. In een land als Libanon geven projectontwikkelaars soms geen inzicht in milieueffectrapportages waarbij ze zich verschuilen achter claims van ‘intellectueel eigendom’. Daarmee wordt burgers hun recht op transparantie ontzegd.

Elseidi herhaalt, legt uit, blijft steeds geduldig en spreekt zonder emotie. Persoonlijk wordt hij nooit. We horen niet dat hij dit werk doet ‘voor zijn kinderen’ of ‘om omdat zijn geweten het van hem vraagt.’ Maar zijn punt is helemaal duidelijk: Milieuorganisaties, activisten en onderzoekers in het Midden-Oosten en Noord-Afrika hebben te maken met enorme uitdagingen. Het is voor hen van groot belang dat ze zich gesteund weten door solide milieuwetgeving, en dat ze bekend zijn met hun rechten als burgers. Netwerken en kennisuitwisseling tussen NGOs en milieu advocaten kan daarbij helpen.

Op 3 november 2020 gaf Ahmed Elseidi een presentatie over zijn werk tijdens een zoom meeting. Bekijk de opname daarvan hier (voertaal Arabisch).

 

Environmental legislation in the Middle East and North Africa: from a palliative to a participation tool?

He began his work in this field as a volunteer for the Habi Center for Environmental Rights when it filed a lawsuit at the Egyptian Administrative Court challenging the use of coal by two cement companies. The Habi Center claimed that the companies had failed to disclose the required environmental impact assessment studies on public hearings, before they started using coal in their operations. It also claimed that by using coal without adhering to the relevant regulations, the companies were violating citizens’ rights to health, a healthy environment, participation and access to information, as enshrined in the Egyptian Constitution.

Egyptian coal plant

This was in 2016. When the Habi Center closed after the owners’ demise in 2018, Elseidi established his own law firm, the Elseidi Law Firm, and took over the case. We spoke with Elseidi via zoom, as we are interested to learn more about the his persistent efforts. “We have a research unit and a legal unit”, explains Elseidi, “and we are currently working on three cases. The biggest one still is the one with the cement companies. ” A central issue in the case is the air pollution caused by the two cement companies, and the way they have dealt with environmental impact assessments. The other cases deal with the price for drinking water and with climate change and the obligation of the authorities in Alexandria to respect nationally subscribed climate change regulations.

Environmental law in Egypt

Modern environmental legislation originated in the sixties. It was part of a promise to make societies more honest, just and democratic. However, environmental law is no magic wand. When an environmental treaty is signed, or a nature protection law is adopted, environmental problems do not automatically disappear. The laws provide ways for citizens to take action against climate change and other environmental problems. The laws are tools to address these problems in a fair manner.

“Basically”, says Elseidi, “environmental laws are the laws that provide citizens with the right to obtain usage of natural resources, and the right to participate in the management of these resources. Environmental laws also guarantee citizens’ access to information about these resources.” According to international climate agreements, it is of great importance that the public partakes of every level of decision-making when it comes to climate-related issues. Therefore, it is crucial that the public has access to information related to climate change.

At the same time, Elseidi emphasizes it is every individual’s task and responsibility to look after the environment. “We all face the same environmental threats and dangers. It certainly is not simply the task of lawyers and policymakers!”

Climate justice and protection of the environment have become a big topic in Egypt. Environmental NGOs in the country are, however, hardly aware of the fact that the law can help them reach their objectives. They do not know about the strong legal tools for public participation, and that, in theory, one single person can stop the development of a project if it has a negative impact on the environment. “Many environmental and nature protection organizations are focusing all their efforts on awareness raising and change of behavior”, says Elseidi. What he would like them to do is take the next step, which is to use legal structures to address environmental problems.

The great pyramids of Gizeh through the smog

Elseidi is specifically referring to situations where big projects (such as factories that produce gas, cement, or petroleum) are being developed. According to the law in Egypt (but also in countries like Jordan, Kuwait, the UAE) any company or governmental organisation that is planning a project, has to make an assessment of the environmental impact of that project. Under Egyptian law, a project developer is obliged to conduct two rounds of consultations with local communities. During public hearings, communities must be informed by experts and researchers about the environmental impact of the project. Environmental impact assessment studies must be made public, and citizens should be given the opportunity to raise questions and objections, after which project developers should address these environmental concerns. This right to information and involvement of citizens applies not only before the start of the project, but throughout its implementation. Of course, this requires much more effective dissemination about impact studies and widespread announcements of public hearings from the side of industrial project owners and authorities.

Egypt is not the only country in the MENA where environmental legislation is insufficiently applied or enforced. This is the case throughout the region. In some cases, authorities have signed international environmental agreements, but they lack the capacity or means necessary to align local laws with these agreements.

In some countries, environmental laws are weak and do not offer protection against environmental crimes. Unlike in Egypt, NGO activism in these countries is therefore targeting policy levels, to improve environmental legislation. In a country like Lebanon, environmental organizations are sometimes denied insight into environmental impact assessments by companies hiding behind ‘intellectual property’ claims. In doing so, these companies are depriving citizens of their right to transparency.

Environmental NGOs, activists and researchers in MENA countries are facing major challenges. It is crucial that they are supported by solid environmental legislation, and, as Elseidi keeps emphasizing, “that they are familiar with their rights as citizens.” Networking and exchange of knowledge between NGOs and environmental lawmakers can help their case.

On 3 November 2020, Ahmed Elseidi gave a presentation in Arabic about his work during a recorded zoom meeting. Watch the complete session here.

‘Je moet elke kans aangrijpen om over Gaza te spreken’

Ahdaf Soueif werd geboren en groeide op in Caïro. Als volwassene woonde ze lange tijd in Engeland. Ze schreef romans — haar boek The Map of Love werd genomineerd voor de Booker Prize — en publiceerde vele politieke en culturele commentaren. Vanaf 2012 was ze bestuurslid van het British Museum; in 2019 trad ze terug vanwege onvrede over de positie die het museumbestuur innam rond een aantal principiële kwesties.

Als activist is Soueif betrokken bij de strijd voor rechtvaardigheid in Palestina en voor democratisering in Egypte. De afgelopen weken rommelt het in Egypte, met protesten in het hele land tegen het regime. Het leger reageert door op grote schaal mensen te arresteren. Soueif komt uit een familie van politiek activisten. Haar neef, een bekende activist, is onlangs weer vastgezet. Haar eigen wekelijkse column in het dagblad Al-Shorouk is stopgezet. Ze heeft te maken met een regime dat verzoeken om rechtvaardigheid beantwoordt met arrestaties en marteling. Toch spreekt ze open en vastberaden.

Wat denk je dat er gaat gebeuren in Egypte?

“Het is moeilijk om te zeggen waar dit heen gaat. Er is meer openlijke kritiek op het regime en de rol van het leger dan er sinds 2013 geweest is. De economie is er slechter aan toe. Iedereen is armer, maar de armen zijn echt veel armer. En degenen die dachten baat te hebben bij het regime, financieel of voor stabiliteit, zijn teleurgesteld. Ik denk dat het regime zich zorgen maakt.”

Soueif ziet dat het regime probeert het protest met geweld te onderdrukken en tegelijkertijd de bevolking probeert om te kopen met minuscule beetjes economische ondersteuning. “Maar echt hervormen kan het regime niet. Het regime is corrupt in al zijn structuren.”

Foto's: Umayya Abu-Hanna.

Onder de democratie-gezindten in de wereld was de teleurstelling groot toen de revolutie van 2011 niet leidde tot een democratisering van het Egyptische bestuur en van de samenleving. Kan die democratisering wel slagen als het huidige regime wordt omgegooid? Of is er geen infrastructuur in Egypte die een hervormd bestuur kan dragen?  

“Die infrastructuur is er niet op dit moment, want het politieke leven is sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw gedecimeerd. Er was een opleving tijdens de laatste jaren van Mubaraks regime. Hij moest zich toen aan het Westen laten zien als democratisch leider, hopend dat hij het presidentschap aan zijn zoon kon doorgeven. Dat creëerde enige ruimte om partijen en verenigingen te vormen, wat bijdroeg aan de revolutie in 2011. Maar dat is allemaal hardhandig de kop in gedrukt. En het heeft nooit lang genoeg bestaan om wortel te schieten.”

“Er zijn wel een heleboel betrouwbare individuen op wie we ons kunnen richten voor expertise en leiderschap. En er zijn minstens twee solide instellingen die werken aan ontwikkeling van uitvoerbaar alternatief beleid: Egyptian Initiative for Personal Rights en Alternative Policy Solutions, een project onder de paraplu van de Amerikaanse Universiteit in Caïro. Dus als de dag komt dat er een nieuw systeem aan de macht is, dan is er beleid om dat systeem te ondersteunen.”

Vanuit Europa lijkt niet veel druk te worden uitgeoefend op het regime van Sisi.

“Europese regeringen hebben een sterke casus om wapenverkoop aan Egypte te bevriezen, en om Egypte aan te spreken op mensenrechtenschendingen. Egypte heeft allerlei VN-verdragen ondertekend, maar negeert ze volledig. Vooralsnog wordt er in Europa echter veel geld verdiend aan Egypte, uit de verkoop van wapens en gas, en uit grote deals van bedrijven (ENI in Italië, Siemens in Duitsland en British Petroleum in het Verenigd Koninkrijk). Daarnaast: wat ook ‘the deal of the century’ voor Palestina is, president Sisi is nodig bij de uitvoering ervan. Het Westen is verder geporteerd van het beeld van ‘de goede moslim die de slechte moslim bestrijdt’, daar in het Midden-Oosten, ver weg van het Westen. Sisi verkoopt Europa het idee dat hij terrorisme bestrijdt én een heleboel vluchtelingen tegenhoudt die de Middellandse Zee over willen. Daarom sluiten Europa en de Verenigde Staten de ogen voor zijn totale minachting voor mensenrechten en democratie, en geven ze hem steun om aan de macht te blijven.”

Princess Margriet Award 2019 laureaten, ECF President HKH Prinses Laurentien en ECF Director André Wilkens (foto Maarten van Haaff voor ECF).

“Wat ik op dit moment het liefst zou willen van Europa is dat het visa beschikbaar stelt. Veel jonge mensen, jonge professionals, zijn getraumatiseerd door de revolutie. Ze waren erg betrokken en hebben soms in de gevangenis gezeten. Ik heb het niet over mijn neef, maar over anderen die nu leven met de angst om opnieuw gearresteerd te worden, of om zelfs totaal te verdwijnen. Die veel moeite hebben om werk te vinden omdat ze op een zwarte lijst staan. Die paniekaanvallen hebben en ’s nachts wakker worden met een mond vol bloed door het tandenknarsen. Ze zijn slim, ambitieus en gemotiveerd.”

Soueif raakt geëmotioneerd en veegt een traan weg. “Ze zouden een aanwinst zijn, waar ze ook verblijven.”

Bijna tweederde van de bevolking van het Midden-Oosten en Noord-Afrika is jonger dan 25 jaar. Is deze generatie anders dan de voorgaande?

“Je kunt natuurlijk niet generaliseren, maar over het algemeen is deze generatie heel slim. Dit zijn mensen die echt aan de wereld kunnen bijdragen, als ze een paar jaar op adem kunnen komen.” Ze beschrijft hoe juist degenen die zowel tegen het militaire regime als tegen het islamistische bestuur zijn het meest knel zitten. Ze hebben geen paraplu die hen beschermt, geen gelijkgestemden of organisatie om op terug te vallen. ” Het zou mooi zijn als Europese ngo’s, media en academische instellingen een aantal plaatsen beschikbaar stellen voor deze mensen. Om ze te redden.”

‘Europese’ waarden

Soueif, die haar tijd verdeelt tussen Egypte en het Verenigd Koninkrijk, was vanaf 2012 lid van de Raad van Toezicht van het British Museum. In juli van dit jaar trok ze zich terug. In haar verklaring lichtte ze toe bezwaar te maken tegen de onbuigzaamheid van het museum rond cruciale zaken. Het feit dat het British Museum sponsoring accepteert van British Petroleum (BP), in een tijd waarin kinderen over de hele wereld eisen dat klimaatverandering eindelijk bovenaan de politieke agenda komt. De manier waarop het museum omging met omstandigheden van geoutsourcete arbeiders en hen niet bijstond in hun rechten. En het zich niet publiek uitspreken over dekolonisatiezaken.

Soueif kreeg veel positieve respons op haar terugtreding, onder andere van het museumpersoneel. Haar boodschap raakte duidelijk een gevoelige snaar. “De meeste verzoeken uit de media gingen echter vooral over de teruggave van koloniale kunst. Maar ik ga echt niet met mijn voeten stampen en eisen dat alles wordt teruggegeven, zoals ze blijkbaar van mij verwachtten. Ik stuurde de discussie steeds weer terug naar BP en hun poging tot imagoverbetering door steun aan de kunsten. Ik stuurde het terug naar het klimaat, naar de eisen van jongeren, naar de verantwoordelijkheid van publieke instellingen ten opzichte van hun personeel.”

Frappant is dat de redenen waarom je terugtrad zijn gemotiveerd door wat men graag ‘Europese waarden’ noemt.

“Die toe-eigening van waarden is interessant. Ik herinner me een televisie-interview met de Palestijnse intellectueel Edward Said en de Joodse musicus Daniel Barenboim. Je weet dat ze goede vrienden waren. Tijdens het gesprek zegt Daniel iets over Joodse waarden. Edward onderbrak hem onmiddellijk. ‘Wat zijn nou toch Joodse waarden? Denk je dat wij Arabieren naar school gaan en andere waarden leren? Arabische waarden, die gedegenereerd zijn?’ Zo krijgen wij dus te horen dat X, Y en Z Europese waarden zijn, maar zien we een Europa dat ze zelf niet toepast!”

Soueif ondersteunt ook de Palestijnse BDS-beweging (Boycot, Desinvesteringen en Sancties), en daar wordt ze voor bekritiseerd. De beweging heeft als doel om een eind te maken aan internationale steun voor onderdrukking van Palestijnen door Israël, en om Israël onder druk te zetten zich aan het internationale recht te houden. In de Verenigde Staten en Duitsland is steun aan BDS gelijkgesteld aan antisemitisme. Maar er is een ommekeer in de publieke opinie. “Na mijn speech bij de ECF Princess Margriet Award spraken mensen me aan, positief verrast en geroerd dat ik over Gaza had gesproken. Maar ik geloof dat je elke kans die er is moet aangrijpen om over Gaza te spreken! Wat daar gebeurt is zo crimineel en zo schaamteloos.”

Ahdaf Soueif in vluchtelingenkamp Aida in Bethlehem (foto: Rob Stothard voor The Palestine Festival of Literature).

Iedereen is met elkaar verbonden

Veel van Soueifs werk gaat over de relatie tussen Europa en het Midden-Oosten. Daarmee is zij een van de kopstukken uit de cultuursector die aandacht vragen voor politieke en sociale processen. Ze schrijft in het Engels voor een internationaal publiek van lezers. In haar publicaties heeft ze de term ‘mezzaterra’ geïntroduceerd. In een geglobaliseerde wereld is alles met elkaar verbonden, en ieder van ons heeft invloed op het geluk of zelfs de dood van een ander. Mezzaterra is de grond waarop we wonen, waar iedereen welkom is, en die we moeten verdedigen en vergroten.

“Om effectief te zijn, moet de discussie over hoe Europa met de wereld omgaat overal plaatsvinden: in media, onderwijs en cultuur. Maar die discussie draagt vooral bij op de lange termijn. Voor de korte termijn heeft actie vanuit Europese regeringen het meeste effect. Blijf daarom druk uitoefenen op Europese regeringen, op parlementsleden. Stop met het bewapenen van Egypte. Laat Egypte zich verantwoorden voor het schenden van verdragen die het ondertekend heeft. Toon menselijkheid en solidariteit bij visumaanvragen.”

Ze drinkt haar cappuccino op en breed lachend haalt ze haar telefoon tevoorschijn. Ze strekt haar hand uit om een foto te laten zien van een twee jaar oud jongetje met donker haar en glanzende ogen. Hij zit op de grond tussen zijn blokken. Vrolijk vertelt ze dat ze in Caïro drie dagen per week op haar kleinzoon past. Buiten breekt de zon door en het water in de gracht glinstert. We nemen afscheid van Ahdaf Soueif en wensen haar een goede reis naar huis.

 


De ECF Princess Margriet Award for Culture, een initiatief van de European Cultural Foundation, wordt ieder jaar uitgereikt aan ‘mensen en organisaties die met moed en creatieve kracht nieuwe wegen voor Europa verbeelden’. Dit jaar ontving Ahdaf Soueif de prijs ‘voor haar onvermoeibare inzet op het snijvlak van literatuur en activisme. Haar fictie en haar journalistieke werk bieden inspiratie en gedachtegangen over Europa als plek waar andere werelden kunnen samenkomen. Ze heeft daarmee de leefwereld van het Midden-Oosten dichter bij het Europese publiek gebracht; het door haar opgerichte Palestijnse literatuurfestival is daar een voorbeeld van.’


 

Psychosociale hulp in post-conflictlanden in het Midden-Oosten: aanbevelingen van professionals

Beleidsmakers en professionals werkzaam in het Midden-Oosten zijn het daarover eens. Tijdens een conferentie die Het Grote Midden Oosten Platform organiseerde op initiatief van Cordaid, deden zij aanbevelingen over hoe psychosociale zorg het meest effectief kan worden versterkt en uitgebreid.

De aanbevelingen aan ngo’s en aan het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken zijn te vinden in het conferentieverslag. Tevens vind je daar een korte inleiding op het onderwerp, een overzicht van de workshops en sprekers op de conferentie, en enkele nuttige statistieken.

Mental Health and Psycho Social Support in the Middle East and North Africa
Conference Report

 

Werelderfgoed, een zadenbank, en géén muur: Battir, een bijzonder dorp op de Westelijke Jordaanoever

Naast het Romeinse bad, midden in het dorp, ligt het restaurant van Abu Hassan. Waar je maar kijkt vanaf het open terras groeien abrikozen, amandelen, avocado’s, peren, granaatappels en vele soorten groenten. De diversiteit aan gewassen is enorm, en dat is precies zo bijzonder aan Battir. Combinatieteelt is gemeengoed. Boeren gebruiken hun eigen zaden en zijn niet bang om te experimenteren. Permacultuur is de laatste jaren over de hele wereld hip, maar in Battir is het al generaties de manier waarop de landbouw wordt beoefend.

De groene lijn tussen Battir en Israël is duidelijk te zien aan de begroeiing (foto: Sylva van Rosse)

Het is geen verrassing dat Vivien Sansour in Battir de perfecte plek vond voor een akkertje en voor de zadenbank die zij heeft opgebouwd. We bezoeken haar op een zonnige lentedag in april. Ze is afkomstig uit Beit Jala, een dorp dat grenst aan Bethlehem. Sinds een aantal jaren is ze bezig om zaden van vergeten lokale gewassen te verzamelen en onder de aandacht te brengen van lokale boeren. In haar zwarte Citroën rijdt Vivien de hele Westelijke Jordaanoever door om boeren te ontmoeten. Ze is vooral geïnteresseerd in de ouderen onder hen. ‘Welke lokale groentesoorten herinneren ze zich uit hun jeugd? Hebben ze misschien nog iets staan in hun tuin dat niet meer op de markt te koop is?’

Vivien verzamelt zaden en planten en brengt bijna uitgestorven gewassen weer naar het land. Enthousiast toont ze het zaad van een plant die eenmaal geplant helemaal geen zorg of water nodig heeft.  En kennen we de witte komkommer? ‘Die werd vroeger veel gegeten, maar wordt nu door nog maar twee Palestijnse boeren verbouwd omdat in de jaren zestig de groene komkommer opkwam.’ Terwijl ze ons met haar auto naar Bethlehem brengt, geeft ze een lift aan Siham, een Battiri vrouw die op de bus wacht. Onmiddellijk raken ze in gesprek over de groente die Siham in haar tuin verbouwt. Vivien betrekt de dorpelingen bij het verspreiden en onderzoeken van de zaden die ze verzamelt. ‘Zal ik je nog tomatenzaad brengen?’ vraagt ze Siham. ‘Is het echt baladi baladi, lokaal, onbewerkt?’ vraagt Siham. Dat is het.

Vivien Sansour (foto: Sylva van Rosse)

Ons beeld van het Midden-Oosten is dat het er droog en onvruchtbaar is. Dat geldt echter helemaal niet voor de Westelijke Jordaanoever. Daar was altijd voldoende water uit ondergrondse aquifers en lokale bronnen. Er is een lange traditie van landbouw. De afgelopen jaren is de landbouwsector sterk veranderd. Eén reden daarvoor is dat werken op het land onder jongere generaties niet populair is, liever hebben ze een baan bij een bank of op een kantoor. Maar de omslag heeft ook alles te maken met de Israëlische bezetting van de Westelijke Jordaanoever. Er is veel landbouwgrond ingenomen, en Israël beheert de belangrijkste waterbronnen. Een andere reden is dat met de afsluiting van steden door checkpoints en de Israëlische muur de belangrijkste afzetmarkten voor kleinschalige boeren zijn verdwenen. Dat geldt ook voor Battir, waar vooral de vrouwen hun oogst in Bethlehem en Jeruzalem op straat plachten te verkopen. Die steden zijn nu niet of slecht toegankelijk.

De groente en het fruit die nu te koop zijn in Palestijnse steden zijn veelal geproduceerd in Israël. Steeds meer Palestijnen staan wantrouwig  tegenover over pesticiden en genetische modificatie in de Israëlische landbouw. Een gevolg is dat er een groeiende beweging is van Palestijnen die kleinschalig zelf gaan boeren. Ze noemen het baladi, van het land, lokaal. Deze landbouw is niet perse volledig biologisch, de criteria daarvoor zijn soms strikter dan mogelijk is. Maar net als in Battir staan zorg voor de aarde en mensen centraal.

Vivien vindt dan ook veel weerklank bij boeren, dorpelingen en stedelingen. Ze is niet van plan om haar zadenbibliotheek te institutionaliseren. ‘Het gaat mij erom een gesprek te voeren met de lokale boeren en gemeenschap over wat ze eten en verbouwen. Palestina is deel van de regio die de wieg was van alle landbouw, waar de oudste graansoorten zijn ontwikkeld. Het is jammer wanneer traditionele gewassen verdwijnen, en dat er alleen nog zaden van elders worden gebruikt.’

Vivien achter één van haar 'reizende keukens'

Om bekendheid met de zadenbank te vergroten heeft Vivien een ‘reizende keuken’ bedacht. Met hulp van mobiele keukentjes laat ze lokale gemeenschappen proeven van de opbrengst van haar werk. Zo brengt ze meteen het gesprek op gang over voedselonafhankelijkheid door het gebruik van eigen zaden. En over identiteit, want landbouw en Palestijnse cultuur zijn altijd nauw verbonden geweest. ‘Ik wil letterlijk dat ze hun land eten en proeven.’

Wil je meer weten over het werk van Vivien Sansour? Al Jazeera English produceerde deze korte film. Of volg haar op instagram.

Wil je een bezoek brengen aan dit werelderfgoed dorp om de akkers en het Romeinse bad te bekijken of één van de gemarkeerde hikes te lopen? Je kunt logeren in het prachtige guesthouse van Abu Hassan en hij kan al je vragen beantwoorden over hoe je bezoek tot een succes te maken.

Aubergine zaden van Um Wisam en zaden van andere gewassen die Vivien Sansour verzameld heeft (foto: Sylva van Rosse)

Recente berichten

Recente reacties

    Archieven

    Categorieën

    Meta

    Deze website gebruikt cookies om uw ervaring te verbeteren. Door op de 'accepteer' knop of andere links in de site te klikken, geeft u aan hiermee akkoord te gaan.