Turkije, de clichés voorbij

Turkije is een groot, arm, islamitisch land dat in cultureel opzicht enorm verschilt van Europa en op het gebied van mensenrechten ver op 'ons' achter loopt. Daarom kan Turkije nooit lid worden van de Europese Unie. Dat is het standpunt van de PVV, de ChristenUnie, en veel andere kiezers.‘Turkije hoort niet bij Europa’ is een van de discussiepunten die in gesprekken over Turkije steeds weer opduiken. Net als ‘Turkije onderdrukt de Koerden en de persvrijheid’. Debatten over dit soort kwesties leiden vaak tot irritatie en onbegrip, bij zowel Nederlanders als Turken, omdat kennis van zaken nogal eens ontbreekt, aldus Joost Lagendijk en Nevin Sungur in hun boek De Turken komen eraan! Als het gaat om Turkije, winnen ‘vastgeroeste opvattingen het al snel van genuanceerde afwegingen of een zakelijke beoordeling van het moderne Turkije’, zo vinden de auteurs. Lagendijk was ruim tien jaar lid van het Europees Parlement en vanaf 2002 voorzitter van de Turkije-delegatie. Hij woont sinds 2009 in Istanbul en is columnist bij de krant Today’s Zaman. Zijn Turkse vrouw, Nevin Sungur, is freelance journaliste en documentairemaakster.

In hun boek maken de auteurs duidelijk waar het bij al die omstreden kwesties om gaat. Maar ook dat Turkije een complex, verwarrend land is dat niet eenvoudig te duiden is, omdat het midden in een radicaal transformatieproces zit. De oude kemalistische machthebbers (aanhangers van Atatürk), met hun westerse levensstijl, verliezen hun invloed en kijken angstig naar de toekomst. De nieuwe politieke en economische elite van vrome moslims verzet de bakens en bouwt aan een nieuw Turkije. “Daarbij maakt ze regelmatig dezelfde fouten als haar voorgangers”, aldus Lagendijk.

Ook de Amerikaanse antropoloog Jenny White, die sinds 1975 onderzoek doet in Turkije, analyseert in haar uitstekende boek Muslim Nationalism and the New Turks de veranderingen. Zo maakt zij duidelijk dat het populaire cliché over een machtsstrijd tussen seculiere kemalisten en islamisten geen hout snijdt. De meeste praktiserende moslims in Turkije zijn niet anti-seculier, maar verzetten zich tegen de autoritaire interpretatie van secularisme. Een van haar andere goede observaties is dat ‘veel sociaal conservatieve, vrome moslims voorstanders zijn van globalisering, een liberale economie, en wetten gebaseerd op individuele rechten, terwijl de sociaal liberale kemalisten daar tegenstanders van zijn’. De politieke islam heeft plaatsgemaakt voor een culturele moslim-identiteit, vooral onder jongeren. Deze moderne moslims kiezen hun eigen identiteit en levenswijze, beïnvloed door social media, tv, en mode. Zij zitten niet langer in het keurslijf van de kemalisten noch in dat van de politieke islam.

“De meeste praktiserende moslims in Turkije zijn niet anti-seculier, maar verzetten zich tegen de autoritaire interpretatie van secularisme”

De drijvende kracht achter het transitieproces is de partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling (AKP) van premier Erdogan. Dat is een centrum-rechtse conservatieve partij die islamitische normen en waarden propageert, maar tevens voorstander is van een markteconomie.

Turkije heeft zich sinds 1983 ontwikkeld van een in zichzelf gekeerde, wantrouwige en agrarische samenleving, naar een dynamisch, zelfbewust en ambitieus land dat in 2023 wil doordringen tot de top tien van de grootste economieën ter wereld. Hoe fascinerend snel die transformatie gaat, blijkt uit gegevens over de aard en omvang van de export. In 1980 bedroeg het volume van de uitvoer 3 miljard dollar en was voor 90 procent landbouwproducten zoals katoen, tabak en hazelnoten. In 2011 was het volume van de export 130 miljard dollar en bestond voor 90 procent uit industriële producten zoals auto’s, koelkasten, vaatwassers, tv-schermen, meubels en machines.

De ontwikkelingen in Turkije zijn ingewikkeld en zijn soms tegenstrijdig, zo wordt in beide boeken duidelijk. Vaak gaan ze schoksgewijs. Een beetje zoals de militaire Mehter-kapel marcheerde in de Ottomaanse tijd: twee stappen vooruit, een stap achteruit. Dat leidt tot paradoxen. Zo zijn er vrijwel geen taboes meer, maar zitten wel meer journalisten achter de tralies. Er is meer democratie, maar ook een steeds autoritairder optredende en intolerante premier, die desondanks steeds meer stemmen krijgt; 34% in 2002; 47% in 2007; en 50% in 2011. Minder discriminatie van Koerden, soennitische moslims en niet-moslimse minderheden zoals Joden, Grieks-Orthodoxen en Armeniërs, maar nog steeds geen gelijke rechten voor Alevieten, terwijl nog altijd wordt geweigerd om het enige Griekse seminarie te heropenen.

Oprukkend ‘Ottomanisme’
Om de ontwikkelingen te kunnen begrijpen, is het belangrijk aandacht te schenken aan een nieuw paradigma dat zich de afgelopen jaren opdringt: het post-Ottomanisme, zo benadrukt White in haar boek.

Nostalgie naar een geromantiseerde versie van de Ottomaanse tijd begint langzaam maar zeker talloze aspecten van het leven in Turkije te beïnvloeden. De visie van minister van buitenlandse zaken, Ahmet Davutoğlu, is ervan doordrongen. Hij droomt ervan dat het nieuwe Turkije weer zo veel mogelijk economische, culturele en politieke invloed krijgt in de voormalige Ottomaanse gebieden: de Balkan, het Midden-Oosten en Noord-Afrika.

Wie door de straten van Istanbul loopt, ziet hoe alomtegenwoordig het fenomeen van post-Ottomanisme of Ottomania, begint te worden. Steeds meer winkels, restaurants en hotels hebben namen uit de tijd van de sultans. In hippe wijken voor de upper middle class vind je juwelen, kleding, decoraties en andere producten met Ottomaanse stijl en kleuren. De verovering van de christelijke stad Constantinopel in 1453 wordt met steeds groter vertoon gevierd. Televisieseries gebaseerd op de intriges in de Ottomaanse paleizen zijn stuk voor stuk giga populair. Niet alleen in Turkije. De soap “Muhteşem Yüzyil”, over het leven van sultan Suleyman de Prachtlievende, is al aan 50 landen verkocht.

In Istanbul, Ankara en Mersin gaan Turken in groten getale naar opera’s en dansvoorstellingen over het leven van de sultans. Dat zou tien jaar geleden, onder de oude kemalistische elite en staatsideologie, ondenkbaar zijn geweest.

Islamitische broederschap
De nostalgie naar de tijd van de sultans heeft soms verrassende implicaties. In een poging een politieke oplossing te vinden voor de bijna 30 jaar durende oorlog met de PKK grijpt Ankara terug op een Ottomaans concept: islamitische broederschap. Zelfs de gevangen leider van de PKK, Abdullah Öcalan, herformuleert zijn eisen voor vrijheid en zelfbestuur nu in Ottomaanse termen en niet langer in een separatistisch discours. In zijn aankondiging op 21 maart van een wapenstilstand had hij het over de gezamenlijke strijd van Turken en Koerden in de Eerste Wereldoorlog tegen het Westen. Turken en Koerden dienen zich volgens de PKK-leider te ‘verenigen onder de banier van de Islam’. Het gaat niet langer om ‘onafhankelijkheid’ maar om ‘samenleven’. Sommige analisten noemen Öcalan daarom al een ‘neo-Ottomaan’ en de voorgestelde vrede een ‘pax Ottomana’. Premier Erdoğan heeft in dit verband een ander taboe – de nationale eenheidsstaat – ondergraven door te zeggen dat de Turken ‘niet bang moeten zijn voor federalisme’ om de Koerdische kwestie op te lossen ‘want in de Ottomaanse tijd had Koerdistan ook zelfbestuur’.

De panelen zijn aan het verschuiven in Turkije. Soms duidelijk. Vaak minder zichtbaar. Beide boeken bieden handvaten om het complexe veranderingsproces beter te begrijpen.

De Turken komen eraan!, Joost Lagendijk en Nevin Sungur, Amsterdam, Uitgeverij Bert Bakker, 2013.

Muslim Nationalism and the New Turks, Jenny White, Princeton: Princeton University Press, 2013.

Een ingekorte versie van dit essay verscheen eerder in het Financieele Dagblad

Marc Guillet is journalist. Hij schrijft sinds 1983 over Turkije en was van 2006 tot 2019 correspondent in Istanbul.

Recente berichten

Recente reacties

    Archieven

    Categorieën

    Meta

    Deze website gebruikt cookies om uw ervaring te verbeteren. Door op de 'accepteer' knop of andere links in de site te klikken, geeft u aan hiermee akkoord te gaan.