Milieuwetgeving in het Midden-Oosten: van doekje voor het bloeden tot participatietool?

Hij begon zijn werk als vrijwilliger bij het Habi Centrum voor Milieurechten toen dat een zaak aanspande over het gebruik van kolen door twee cementbedrijven. Volgens het Habi Centrum hadden de bedrijven verzuimd om, voordat ze kolen gingen gebruiken, milieueffectrapportages te delen en te bespreken tijdens publieke hoorzittingen. De aanklacht luidde daarnaast dat de bedrijven, door het gebruiken van kolen en zonder zich aan relevante regels te houden, de rechten van burgers schonden op gezondheid, op een gezonde omgeving, en op toegang tot informatie. Dit zijn rechten die zijn vastgelegd in de Egyptische grondwet.

Egyptische kolenfabriek

Dat was in 2016. Toen het Habi Centrum in 2018 de deuren sloot omdat de eigenaar overleden was, startte Elseidi zijn eigen advocatenkantoor en nam de zaak over. We spraken met Elseidi via zoom, om meer te weten te komen over zijn vastberaden inzet en werkzaamheden. “Zijn kantoor heeft een onderzoeksafdeling en een juridische afdeling,” vertelt hij. “We werken er momenteel aan drie zaken, waarvan de belangrijkste nog steeds die tegen de cementbedrijven is.”

Het centrale punt daarin is de luchtvervuiling die de bedrijven veroorzaken, en de manier waarop ze zijn omgegaan met de milieueffectrapportages. Daarnaast is er een juridische zaak rond de prijs van drinkwater, en één over de verplichting van het gemeentebestuur in Alexandrië om zich te houden aan regels die de nationale regering heeft aangenomen om klimaatverandering tegen te gaan.

Milieuwetgeving in Egypte

Hedendaagse milieuwetgeving heeft zijn wortels in jaren ’60 van de vorige eeuw. Het was onderdeel van de belofte om de maatschappij eerlijker, rechtvaardiger en democratischer te maken. Dat maakt van milieurecht nog geen tovermiddel. Milieuproblemen verdwijnen niet nadat een milieuverdrag is ondertekend, of nadat er een natuurbeschermingswet is aangenomen. De wetten bieden burgers handvatten om actie te ondernemen tegen klimaatverandering en tegen milieuproblemen. Ze zijn een middel om deze problemen op een rechtvaardige manier aan te pakken.

“Milieuwetten”, zegt Elseidi, “zijn in principe de wetten die burgers het recht verschaffen om gebruik te maken van natuurlijke bronnen, en het recht om deel te nemen aan het beheren daarvan. Ook zorgt milieuwetgeving ervoor dat burgers toegang hebben tot informatie over natuurlijke bronnen. Volgens internationale klimaatverdragen is het zelfs heel belangrijk dat er vanuit de samenleving actief wordt deelgenomen aan besluitvorming over klimaat-gerelateerde zaken, op elk niveau van besluitvorming.”

Het is daarom cruciaal dat iedereen toegang heeft tot de relevante informatie.

Volgens Elseidi is het bovendien de taak en verantwoordelijkheid van iedere burger om voor het milieu te zorgen. “We hebben toch allemaal te maken met dezelfde dreigingen en milieuproblemen? Het oplossen daarvan kan niet alleen een zaak zijn van advocaten en beleidsmakers!”

Klimaatrechtvaardigheid en bescherming van het milieu zijn grote thema’s geworden in Egypte. Milieuorganisaties in het land lijken er zich echter nauwelijks van bewust dat wetgeving hen kan helpen om hun doelen te bereiken. Ze weten weinig van de krachtige juridische middelen die ze kunnen inzetten om maatschappelijke participatie af te dwingen. Of dat, in theorie, één enkel persoon de ontwikkeling kan stopzetten van een project als dat een negatieve impact heeft of het milieu.

“Veel milieuorganisaties en natuurbeschermingsstichtingen richten zich helemaal op bewustwording of gedragsverandering,” zegt Elseidi. Hij zou graag zien dat ze een stap verder gingen, en gebruik zouden maken van juridische mogelijkheden om milieuproblemen aan te pakken.

De grote piramides van Giza zichtbaar door de luchtvervuiling

Elseidi refereert daarbij in het bijzonder aan gevallen waar grote projecten worden ontwikkeld (bijvoorbeeld de bouw van fabrieken die gas, cement of petroleum produceren). Volgens de wetgeving in Egypte (maar ook in landen als Jordanië, Koeweit, de Verenigde Arabische Emiraten) is ieder bedrijf dat een project plant, verplicht eerst onderzoek te doen naar milieueffecten op de omgeving. De Egyptische wet schrijft voor dat de projectontwikkelaar twee publieke hoorzittingen moet houden. Tijdens die hoorzittingen moeten aanwezigen (lokale gemeenschap, NGO’s, wie het maar belangrijk vindt) worden geïnformeerd door deskundigen over de milieu-impact. Milieueffectrapportages moeten tijdig worden gepubliceerd, en burgers hebben de kans om vragen en bezwaren te uiten, die vervolgens in behandeling moeten worden genomen door de projectontwikkelaar. Dit recht op informatie en burgerbetrokkenheid geldt niet alleen voor de start van het project, maar ook tijdens de volledige periode van uitvoering.

Egypte is niet het enige land in het Midden-Oosten en Noord-Afrika waar milieuwetgeving onvoldoende wordt toegepast of afgedwongen. Dat is het geval in de hele regio. Het komt voor dat autoriteiten internationale milieuverdragen hebben ondertekend, maar de middelen of capaciteit niet hebben om de eigen nationale wetten daarop aan te passen. In sommige landen is de milieuwetgeving niet krachtig genoeg om bescherming te bieden tegen milieumisdrijven. Anders dan in Egypte richten NGO’s zich in die landen juist wel op beleidsmakers, en op  versterking van milieuwetgeving. In een land als Libanon geven projectontwikkelaars soms geen inzicht in milieueffectrapportages waarbij ze zich verschuilen achter claims van ‘intellectueel eigendom’. Daarmee wordt burgers hun recht op transparantie ontzegd.

Elseidi herhaalt, legt uit, blijft steeds geduldig en spreekt zonder emotie. Persoonlijk wordt hij nooit. We horen niet dat hij dit werk doet ‘voor zijn kinderen’ of ‘om omdat zijn geweten het van hem vraagt.’ Maar zijn punt is helemaal duidelijk: Milieuorganisaties, activisten en onderzoekers in het Midden-Oosten en Noord-Afrika hebben te maken met enorme uitdagingen. Het is voor hen van groot belang dat ze zich gesteund weten door solide milieuwetgeving, en dat ze bekend zijn met hun rechten als burgers. Netwerken en kennisuitwisseling tussen NGOs en milieu advocaten kan daarbij helpen.

Op 3 november 2020 gaf Ahmed Elseidi een presentatie over zijn werk tijdens een zoom meeting. Bekijk de opname daarvan hier (voertaal Arabisch).

 

Environmental legislation in the Middle East and North Africa: from a palliative to a participation tool?

He began his work in this field as a volunteer for the Habi Center for Environmental Rights when it filed a lawsuit at the Egyptian Administrative Court challenging the use of coal by two cement companies. The Habi Center claimed that the companies had failed to disclose the required environmental impact assessment studies on public hearings, before they started using coal in their operations. It also claimed that by using coal without adhering to the relevant regulations, the companies were violating citizens’ rights to health, a healthy environment, participation and access to information, as enshrined in the Egyptian Constitution.

Egyptian coal plant

This was in 2016. When the Habi Center closed after the owners’ demise in 2018, Elseidi established his own law firm, the Elseidi Law Firm, and took over the case. We spoke with Elseidi via zoom, as we are interested to learn more about the his persistent efforts. “We have a research unit and a legal unit”, explains Elseidi, “and we are currently working on three cases. The biggest one still is the one with the cement companies. ” A central issue in the case is the air pollution caused by the two cement companies, and the way they have dealt with environmental impact assessments. The other cases deal with the price for drinking water and with climate change and the obligation of the authorities in Alexandria to respect nationally subscribed climate change regulations.

Environmental law in Egypt

Modern environmental legislation originated in the sixties. It was part of a promise to make societies more honest, just and democratic. However, environmental law is no magic wand. When an environmental treaty is signed, or a nature protection law is adopted, environmental problems do not automatically disappear. The laws provide ways for citizens to take action against climate change and other environmental problems. The laws are tools to address these problems in a fair manner.

“Basically”, says Elseidi, “environmental laws are the laws that provide citizens with the right to obtain usage of natural resources, and the right to participate in the management of these resources. Environmental laws also guarantee citizens’ access to information about these resources.” According to international climate agreements, it is of great importance that the public partakes of every level of decision-making when it comes to climate-related issues. Therefore, it is crucial that the public has access to information related to climate change.

At the same time, Elseidi emphasizes it is every individual’s task and responsibility to look after the environment. “We all face the same environmental threats and dangers. It certainly is not simply the task of lawyers and policymakers!”

Climate justice and protection of the environment have become a big topic in Egypt. Environmental NGOs in the country are, however, hardly aware of the fact that the law can help them reach their objectives. They do not know about the strong legal tools for public participation, and that, in theory, one single person can stop the development of a project if it has a negative impact on the environment. “Many environmental and nature protection organizations are focusing all their efforts on awareness raising and change of behavior”, says Elseidi. What he would like them to do is take the next step, which is to use legal structures to address environmental problems.

The great pyramids of Gizeh through the smog

Elseidi is specifically referring to situations where big projects (such as factories that produce gas, cement, or petroleum) are being developed. According to the law in Egypt (but also in countries like Jordan, Kuwait, the UAE) any company or governmental organisation that is planning a project, has to make an assessment of the environmental impact of that project. Under Egyptian law, a project developer is obliged to conduct two rounds of consultations with local communities. During public hearings, communities must be informed by experts and researchers about the environmental impact of the project. Environmental impact assessment studies must be made public, and citizens should be given the opportunity to raise questions and objections, after which project developers should address these environmental concerns. This right to information and involvement of citizens applies not only before the start of the project, but throughout its implementation. Of course, this requires much more effective dissemination about impact studies and widespread announcements of public hearings from the side of industrial project owners and authorities.

Egypt is not the only country in the MENA where environmental legislation is insufficiently applied or enforced. This is the case throughout the region. In some cases, authorities have signed international environmental agreements, but they lack the capacity or means necessary to align local laws with these agreements.

In some countries, environmental laws are weak and do not offer protection against environmental crimes. Unlike in Egypt, NGO activism in these countries is therefore targeting policy levels, to improve environmental legislation. In a country like Lebanon, environmental organizations are sometimes denied insight into environmental impact assessments by companies hiding behind ‘intellectual property’ claims. In doing so, these companies are depriving citizens of their right to transparency.

Environmental NGOs, activists and researchers in MENA countries are facing major challenges. It is crucial that they are supported by solid environmental legislation, and, as Elseidi keeps emphasizing, “that they are familiar with their rights as citizens.” Networking and exchange of knowledge between NGOs and environmental lawmakers can help their case.

On 3 November 2020, Ahmed Elseidi gave a presentation in Arabic about his work during a recorded zoom meeting. Watch the complete session here.

‘Je moet elke kans aangrijpen om over Gaza te spreken’

Ahdaf Soueif werd geboren en groeide op in Caïro. Als volwassene woonde ze lange tijd in Engeland. Ze schreef romans — haar boek The Map of Love werd genomineerd voor de Booker Prize — en publiceerde vele politieke en culturele commentaren. Vanaf 2012 was ze bestuurslid van het British Museum; in 2019 trad ze terug vanwege onvrede over de positie die het museumbestuur innam rond een aantal principiële kwesties.

Als activist is Soueif betrokken bij de strijd voor rechtvaardigheid in Palestina en voor democratisering in Egypte. De afgelopen weken rommelt het in Egypte, met protesten in het hele land tegen het regime. Het leger reageert door op grote schaal mensen te arresteren. Soueif komt uit een familie van politiek activisten. Haar neef, een bekende activist, is onlangs weer vastgezet. Haar eigen wekelijkse column in het dagblad Al-Shorouk is stopgezet. Ze heeft te maken met een regime dat verzoeken om rechtvaardigheid beantwoordt met arrestaties en marteling. Toch spreekt ze open en vastberaden.

Wat denk je dat er gaat gebeuren in Egypte?

“Het is moeilijk om te zeggen waar dit heen gaat. Er is meer openlijke kritiek op het regime en de rol van het leger dan er sinds 2013 geweest is. De economie is er slechter aan toe. Iedereen is armer, maar de armen zijn echt veel armer. En degenen die dachten baat te hebben bij het regime, financieel of voor stabiliteit, zijn teleurgesteld. Ik denk dat het regime zich zorgen maakt.”

Soueif ziet dat het regime probeert het protest met geweld te onderdrukken en tegelijkertijd de bevolking probeert om te kopen met minuscule beetjes economische ondersteuning. “Maar echt hervormen kan het regime niet. Het regime is corrupt in al zijn structuren.”

Foto's: Umayya Abu-Hanna.

Onder de democratie-gezindten in de wereld was de teleurstelling groot toen de revolutie van 2011 niet leidde tot een democratisering van het Egyptische bestuur en van de samenleving. Kan die democratisering wel slagen als het huidige regime wordt omgegooid? Of is er geen infrastructuur in Egypte die een hervormd bestuur kan dragen?  

“Die infrastructuur is er niet op dit moment, want het politieke leven is sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw gedecimeerd. Er was een opleving tijdens de laatste jaren van Mubaraks regime. Hij moest zich toen aan het Westen laten zien als democratisch leider, hopend dat hij het presidentschap aan zijn zoon kon doorgeven. Dat creëerde enige ruimte om partijen en verenigingen te vormen, wat bijdroeg aan de revolutie in 2011. Maar dat is allemaal hardhandig de kop in gedrukt. En het heeft nooit lang genoeg bestaan om wortel te schieten.”

“Er zijn wel een heleboel betrouwbare individuen op wie we ons kunnen richten voor expertise en leiderschap. En er zijn minstens twee solide instellingen die werken aan ontwikkeling van uitvoerbaar alternatief beleid: Egyptian Initiative for Personal Rights en Alternative Policy Solutions, een project onder de paraplu van de Amerikaanse Universiteit in Caïro. Dus als de dag komt dat er een nieuw systeem aan de macht is, dan is er beleid om dat systeem te ondersteunen.”

Vanuit Europa lijkt niet veel druk te worden uitgeoefend op het regime van Sisi.

“Europese regeringen hebben een sterke casus om wapenverkoop aan Egypte te bevriezen, en om Egypte aan te spreken op mensenrechtenschendingen. Egypte heeft allerlei VN-verdragen ondertekend, maar negeert ze volledig. Vooralsnog wordt er in Europa echter veel geld verdiend aan Egypte, uit de verkoop van wapens en gas, en uit grote deals van bedrijven (ENI in Italië, Siemens in Duitsland en British Petroleum in het Verenigd Koninkrijk). Daarnaast: wat ook ‘the deal of the century’ voor Palestina is, president Sisi is nodig bij de uitvoering ervan. Het Westen is verder geporteerd van het beeld van ‘de goede moslim die de slechte moslim bestrijdt’, daar in het Midden-Oosten, ver weg van het Westen. Sisi verkoopt Europa het idee dat hij terrorisme bestrijdt én een heleboel vluchtelingen tegenhoudt die de Middellandse Zee over willen. Daarom sluiten Europa en de Verenigde Staten de ogen voor zijn totale minachting voor mensenrechten en democratie, en geven ze hem steun om aan de macht te blijven.”

Princess Margriet Award 2019 laureaten, ECF President HKH Prinses Laurentien en ECF Director André Wilkens (foto Maarten van Haaff voor ECF).

“Wat ik op dit moment het liefst zou willen van Europa is dat het visa beschikbaar stelt. Veel jonge mensen, jonge professionals, zijn getraumatiseerd door de revolutie. Ze waren erg betrokken en hebben soms in de gevangenis gezeten. Ik heb het niet over mijn neef, maar over anderen die nu leven met de angst om opnieuw gearresteerd te worden, of om zelfs totaal te verdwijnen. Die veel moeite hebben om werk te vinden omdat ze op een zwarte lijst staan. Die paniekaanvallen hebben en ’s nachts wakker worden met een mond vol bloed door het tandenknarsen. Ze zijn slim, ambitieus en gemotiveerd.”

Soueif raakt geëmotioneerd en veegt een traan weg. “Ze zouden een aanwinst zijn, waar ze ook verblijven.”

Bijna tweederde van de bevolking van het Midden-Oosten en Noord-Afrika is jonger dan 25 jaar. Is deze generatie anders dan de voorgaande?

“Je kunt natuurlijk niet generaliseren, maar over het algemeen is deze generatie heel slim. Dit zijn mensen die echt aan de wereld kunnen bijdragen, als ze een paar jaar op adem kunnen komen.” Ze beschrijft hoe juist degenen die zowel tegen het militaire regime als tegen het islamistische bestuur zijn het meest knel zitten. Ze hebben geen paraplu die hen beschermt, geen gelijkgestemden of organisatie om op terug te vallen. ” Het zou mooi zijn als Europese ngo’s, media en academische instellingen een aantal plaatsen beschikbaar stellen voor deze mensen. Om ze te redden.”

‘Europese’ waarden

Soueif, die haar tijd verdeelt tussen Egypte en het Verenigd Koninkrijk, was vanaf 2012 lid van de Raad van Toezicht van het British Museum. In juli van dit jaar trok ze zich terug. In haar verklaring lichtte ze toe bezwaar te maken tegen de onbuigzaamheid van het museum rond cruciale zaken. Het feit dat het British Museum sponsoring accepteert van British Petroleum (BP), in een tijd waarin kinderen over de hele wereld eisen dat klimaatverandering eindelijk bovenaan de politieke agenda komt. De manier waarop het museum omging met omstandigheden van geoutsourcete arbeiders en hen niet bijstond in hun rechten. En het zich niet publiek uitspreken over dekolonisatiezaken.

Soueif kreeg veel positieve respons op haar terugtreding, onder andere van het museumpersoneel. Haar boodschap raakte duidelijk een gevoelige snaar. “De meeste verzoeken uit de media gingen echter vooral over de teruggave van koloniale kunst. Maar ik ga echt niet met mijn voeten stampen en eisen dat alles wordt teruggegeven, zoals ze blijkbaar van mij verwachtten. Ik stuurde de discussie steeds weer terug naar BP en hun poging tot imagoverbetering door steun aan de kunsten. Ik stuurde het terug naar het klimaat, naar de eisen van jongeren, naar de verantwoordelijkheid van publieke instellingen ten opzichte van hun personeel.”

Frappant is dat de redenen waarom je terugtrad zijn gemotiveerd door wat men graag ‘Europese waarden’ noemt.

“Die toe-eigening van waarden is interessant. Ik herinner me een televisie-interview met de Palestijnse intellectueel Edward Said en de Joodse musicus Daniel Barenboim. Je weet dat ze goede vrienden waren. Tijdens het gesprek zegt Daniel iets over Joodse waarden. Edward onderbrak hem onmiddellijk. ‘Wat zijn nou toch Joodse waarden? Denk je dat wij Arabieren naar school gaan en andere waarden leren? Arabische waarden, die gedegenereerd zijn?’ Zo krijgen wij dus te horen dat X, Y en Z Europese waarden zijn, maar zien we een Europa dat ze zelf niet toepast!”

Soueif ondersteunt ook de Palestijnse BDS-beweging (Boycot, Desinvesteringen en Sancties), en daar wordt ze voor bekritiseerd. De beweging heeft als doel om een eind te maken aan internationale steun voor onderdrukking van Palestijnen door Israël, en om Israël onder druk te zetten zich aan het internationale recht te houden. In de Verenigde Staten en Duitsland is steun aan BDS gelijkgesteld aan antisemitisme. Maar er is een ommekeer in de publieke opinie. “Na mijn speech bij de ECF Princess Margriet Award spraken mensen me aan, positief verrast en geroerd dat ik over Gaza had gesproken. Maar ik geloof dat je elke kans die er is moet aangrijpen om over Gaza te spreken! Wat daar gebeurt is zo crimineel en zo schaamteloos.”

Ahdaf Soueif in vluchtelingenkamp Aida in Bethlehem (foto: Rob Stothard voor The Palestine Festival of Literature).

Iedereen is met elkaar verbonden

Veel van Soueifs werk gaat over de relatie tussen Europa en het Midden-Oosten. Daarmee is zij een van de kopstukken uit de cultuursector die aandacht vragen voor politieke en sociale processen. Ze schrijft in het Engels voor een internationaal publiek van lezers. In haar publicaties heeft ze de term ‘mezzaterra’ geïntroduceerd. In een geglobaliseerde wereld is alles met elkaar verbonden, en ieder van ons heeft invloed op het geluk of zelfs de dood van een ander. Mezzaterra is de grond waarop we wonen, waar iedereen welkom is, en die we moeten verdedigen en vergroten.

“Om effectief te zijn, moet de discussie over hoe Europa met de wereld omgaat overal plaatsvinden: in media, onderwijs en cultuur. Maar die discussie draagt vooral bij op de lange termijn. Voor de korte termijn heeft actie vanuit Europese regeringen het meeste effect. Blijf daarom druk uitoefenen op Europese regeringen, op parlementsleden. Stop met het bewapenen van Egypte. Laat Egypte zich verantwoorden voor het schenden van verdragen die het ondertekend heeft. Toon menselijkheid en solidariteit bij visumaanvragen.”

Ze drinkt haar cappuccino op en breed lachend haalt ze haar telefoon tevoorschijn. Ze strekt haar hand uit om een foto te laten zien van een twee jaar oud jongetje met donker haar en glanzende ogen. Hij zit op de grond tussen zijn blokken. Vrolijk vertelt ze dat ze in Caïro drie dagen per week op haar kleinzoon past. Buiten breekt de zon door en het water in de gracht glinstert. We nemen afscheid van Ahdaf Soueif en wensen haar een goede reis naar huis.

 


De ECF Princess Margriet Award for Culture, een initiatief van de European Cultural Foundation, wordt ieder jaar uitgereikt aan ‘mensen en organisaties die met moed en creatieve kracht nieuwe wegen voor Europa verbeelden’. Dit jaar ontving Ahdaf Soueif de prijs ‘voor haar onvermoeibare inzet op het snijvlak van literatuur en activisme. Haar fictie en haar journalistieke werk bieden inspiratie en gedachtegangen over Europa als plek waar andere werelden kunnen samenkomen. Ze heeft daarmee de leefwereld van het Midden-Oosten dichter bij het Europese publiek gebracht; het door haar opgerichte Palestijnse literatuurfestival is daar een voorbeeld van.’


 

Psychosociale hulp in post-conflictlanden in het Midden-Oosten: aanbevelingen van professionals

Beleidsmakers en professionals werkzaam in het Midden-Oosten zijn het daarover eens. Tijdens een conferentie die Het Grote Midden Oosten Platform organiseerde op initiatief van Cordaid, deden zij aanbevelingen over hoe psychosociale zorg het meest effectief kan worden versterkt en uitgebreid.

De aanbevelingen aan ngo’s en aan het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken zijn te vinden in het conferentieverslag. Tevens vind je daar een korte inleiding op het onderwerp, een overzicht van de workshops en sprekers op de conferentie, en enkele nuttige statistieken.

Mental Health and Psycho Social Support in the Middle East and North Africa
Conference Report

 

Werelderfgoed, een zadenbank, en géén muur: Battir, een bijzonder dorp op de Westelijke Jordaanoever

Naast het Romeinse bad, midden in het dorp, ligt het restaurant van Abu Hassan. Waar je maar kijkt vanaf het open terras groeien abrikozen, amandelen, avocado’s, peren, granaatappels en vele soorten groenten. De diversiteit aan gewassen is enorm, en dat is precies zo bijzonder aan Battir. Combinatieteelt is gemeengoed. Boeren gebruiken hun eigen zaden en zijn niet bang om te experimenteren. Permacultuur is de laatste jaren over de hele wereld hip, maar in Battir is het al generaties de manier waarop de landbouw wordt beoefend.

De groene lijn tussen Battir en Israël is duidelijk te zien aan de begroeiing (foto: Sylva van Rosse)

Het is geen verrassing dat Vivien Sansour in Battir de perfecte plek vond voor een akkertje en voor de zadenbank die zij heeft opgebouwd. We bezoeken haar op een zonnige lentedag in april. Ze is afkomstig uit Beit Jala, een dorp dat grenst aan Bethlehem. Sinds een aantal jaren is ze bezig om zaden van vergeten lokale gewassen te verzamelen en onder de aandacht te brengen van lokale boeren. In haar zwarte Citroën rijdt Vivien de hele Westelijke Jordaanoever door om boeren te ontmoeten. Ze is vooral geïnteresseerd in de ouderen onder hen. ‘Welke lokale groentesoorten herinneren ze zich uit hun jeugd? Hebben ze misschien nog iets staan in hun tuin dat niet meer op de markt te koop is?’

Vivien verzamelt zaden en planten en brengt bijna uitgestorven gewassen weer naar het land. Enthousiast toont ze het zaad van een plant die eenmaal geplant helemaal geen zorg of water nodig heeft.  En kennen we de witte komkommer? ‘Die werd vroeger veel gegeten, maar wordt nu door nog maar twee Palestijnse boeren verbouwd omdat in de jaren zestig de groene komkommer opkwam.’ Terwijl ze ons met haar auto naar Bethlehem brengt, geeft ze een lift aan Siham, een Battiri vrouw die op de bus wacht. Onmiddellijk raken ze in gesprek over de groente die Siham in haar tuin verbouwt. Vivien betrekt de dorpelingen bij het verspreiden en onderzoeken van de zaden die ze verzamelt. ‘Zal ik je nog tomatenzaad brengen?’ vraagt ze Siham. ‘Is het echt baladi baladi, lokaal, onbewerkt?’ vraagt Siham. Dat is het.

Vivien Sansour (foto: Sylva van Rosse)

Ons beeld van het Midden-Oosten is dat het er droog en onvruchtbaar is. Dat geldt echter helemaal niet voor de Westelijke Jordaanoever. Daar was altijd voldoende water uit ondergrondse aquifers en lokale bronnen. Er is een lange traditie van landbouw. De afgelopen jaren is de landbouwsector sterk veranderd. Eén reden daarvoor is dat werken op het land onder jongere generaties niet populair is, liever hebben ze een baan bij een bank of op een kantoor. Maar de omslag heeft ook alles te maken met de Israëlische bezetting van de Westelijke Jordaanoever. Er is veel landbouwgrond ingenomen, en Israël beheert de belangrijkste waterbronnen. Een andere reden is dat met de afsluiting van steden door checkpoints en de Israëlische muur de belangrijkste afzetmarkten voor kleinschalige boeren zijn verdwenen. Dat geldt ook voor Battir, waar vooral de vrouwen hun oogst in Bethlehem en Jeruzalem op straat plachten te verkopen. Die steden zijn nu niet of slecht toegankelijk.

De groente en het fruit die nu te koop zijn in Palestijnse steden zijn veelal geproduceerd in Israël. Steeds meer Palestijnen staan wantrouwig  tegenover over pesticiden en genetische modificatie in de Israëlische landbouw. Een gevolg is dat er een groeiende beweging is van Palestijnen die kleinschalig zelf gaan boeren. Ze noemen het baladi, van het land, lokaal. Deze landbouw is niet perse volledig biologisch, de criteria daarvoor zijn soms strikter dan mogelijk is. Maar net als in Battir staan zorg voor de aarde en mensen centraal.

Vivien vindt dan ook veel weerklank bij boeren, dorpelingen en stedelingen. Ze is niet van plan om haar zadenbibliotheek te institutionaliseren. ‘Het gaat mij erom een gesprek te voeren met de lokale boeren en gemeenschap over wat ze eten en verbouwen. Palestina is deel van de regio die de wieg was van alle landbouw, waar de oudste graansoorten zijn ontwikkeld. Het is jammer wanneer traditionele gewassen verdwijnen, en dat er alleen nog zaden van elders worden gebruikt.’

Vivien achter één van haar 'reizende keukens'

Om bekendheid met de zadenbank te vergroten heeft Vivien een ‘reizende keuken’ bedacht. Met hulp van mobiele keukentjes laat ze lokale gemeenschappen proeven van de opbrengst van haar werk. Zo brengt ze meteen het gesprek op gang over voedselonafhankelijkheid door het gebruik van eigen zaden. En over identiteit, want landbouw en Palestijnse cultuur zijn altijd nauw verbonden geweest. ‘Ik wil letterlijk dat ze hun land eten en proeven.’

Wil je meer weten over het werk van Vivien Sansour? Al Jazeera English produceerde deze korte film. Of volg haar op instagram.

Wil je een bezoek brengen aan dit werelderfgoed dorp om de akkers en het Romeinse bad te bekijken of één van de gemarkeerde hikes te lopen? Je kunt logeren in het prachtige guesthouse van Abu Hassan en hij kan al je vragen beantwoorden over hoe je bezoek tot een succes te maken.

Aubergine zaden van Um Wisam en zaden van andere gewassen die Vivien Sansour verzameld heeft (foto: Sylva van Rosse)

Abonneer je op onze nieuwsbrief Aanmelden

Deze website gebruikt cookies om uw ervaring te verbeteren. Door op de 'accepteer' knop of andere links in de site te klikken, geeft u aan hiermee akkoord te gaan.