Nederlandse banken gedragen zich tegenover Iran als marionetten van de VS

Sinds 2016 heeft Nederland formeel de sancties tegen Iran versoepeld en ingezet op normalisering van de relaties en handelsbetrekkingen. Maar als je nu zaken wil doen met Iran (er is een groot handelspotentieel met 80 miljoen consumenten en een jonge hoogopgeleide bevolking), of je wilt humanitaire hulp mogelijk maken, dan blijken die sancties helemaal niet verdwenen te zijn en is financieel verkeer gewoonweg onmogelijk.

Wat is er gaande?
Wil je vandaag iemand betalen in Iran, dan gaat je dat niet lukken. Er is namelijk geen enkele Nederlandse bank die geld wil overmaken naar Iran. Dat is dus heel vervelend als je een mooi product hebt en dat wilt verkopen in Iran, of als je mensen in Iran wilt inhuren om je product op de lokale markt af te stemmen.

De sancties die de Verenigde Staten al sinds 1979 hebben opgelegd, treffen de Iraanse bevolking diep. Medicijnen en voedsel kunnen niet worden geïmporteerd. Technologische investeringen voor een beter milieu of optimalisatie van de landbouwsector zijn nodig maar onmogelijk. En samenwerkingsprojecten met kunstinstellingen zijn vooral liefdewerk.

En waarom werken banken niet mee? Niet omdat er Nederlandse of Europese sancties zijn. Nee, omdat banken vrezen voor Amerikaanse repercussies. Banken in Nederland zijn bang dat ze geen zaken meer kunnen doen op de Amerikaanse markt en beperken de humanitaire- en handelsrelaties met Iran.

Europese restricties
Handeldrijven met Iran is overigens ook gebonden aan Europese restricties. In 2012 zijn er reisbeperkingen en een bevriezing van activa opgelegd aan personen die medeplichtig zijn aan of verantwoordelijk zijn voor ernstige schendingen van de mensenrechten. Als je zaken doet met mensen die ervan worden verdacht de mensenrechten te hebben geschonden, dan kan dat dus niet (als je dat überhaupt zou willen).

Maar de EU (en dus ook de Nederlandse regering) steunt nog steeds de zogeheten nucleaire deal. Volgens deze overeenkomst, die in 2015 is gesloten tussen de ministers van buitenlandse zaken van de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Rusland, Duitsland, Frankrijk, China, de Europese Unie en Iran, zou Iran zijn nucleaire faciliteiten opnieuw ontwerpen, omzetten en het aantal ervan verminderen.

Op 2 april 2015 kondigden de ministers van Buitenlandse Zaken van de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Rusland, Duitsland, Frankrijk, China, de Europese Unie en Iran officieel aan dat ze een 'Comprehensive agreement on the Iranian nuclear programme' , ofwel een nucleaire (Iran-)deal hadden bereikt. ©United States Department of State, Wikimedia Commons public domain

In ruil daarvoor worden alle nucleair gerelateerde economische sancties opgeheven, waardoor tientallen miljarden dollars aan Iraanse olie-inkomsten en bevroren activa vrijkomen. Zolang Iran zich aan de overeenkomst houdt, moedigen de EU-lidstaten het zakendoen met Iran aan. Een belangrijk kenmerk van dit beleid is dat de Nederlandse regering van mening is dat het Iraanse volk de economische voordelen van het akkoord moet plukken. Bovendien blijft Nederland in dialoog met Iran over economische aangelegenheden, zoals een belastingverdrag om dubbele belastingheffing te voorkomen.

De Europese restricties gaan lang niet zo ver als die van de Verenigde Staten. Sinds november 2018 heeft de VS een nieuw pakket sancties ingesteld. En het Witte Huis laat zijn invloed ook over de grenzen heen gelden.

Omdat de Amerikaanse restricties ook Europese bedrijven kunnen schaden, en de EU een andere koers vaart dan de Amerikanen, heeft de EU heeft drie instrumenten in het leven geroepen om Europese bedrijven te beschermen tegen de Amerikaanse sancties tegen Iran:

– The EU-Blocking Statute: in werking getreden op 7 augustus 2018. Het belangrijkste doel is om de effecten van Amerikaanse sancties jegens Iran in de EU te beperken. Het biedt Europese bedrijven een wettelijke basis om schadevergoeding voor de rechtbank die voortvloeit uit Amerikaanse sancties, te vorderen. Het biedt echter geen immuniteit tegen de sancties.

– The Special Purpose Vehicle (SPV): De EU ontwikkelt een mechanisme waarmee Europese bedrijven transacties met Iran kunnen doen, een mechanisme dan kan functioneren als een soort ruilhandel. Een langetermijndoelstelling is om een nieuwe bank op te richten die transacties van en naar Iran kan faciliteren. Dit is echter nog steeds onderwerp van discussie.

– Financiële steun voor duurzame ontwikkeling: de EU heeft 50 miljoen euro toegewezen aan Iraans-Europese projecten ter ondersteuning van de nucleaire deal. Er is geld beschikbaar voor ontwikkeling van de particuliere sector, water, landbouwprojecten, medische diensten en samenwerking op het gebied van milieubescherming.

Even geduld alstublieft
De vraag of je geld over kan maken naar Iran, zakelijk of privé, blijkt niet gemakkelijk te beantwoorden voor de callcenters van Nederlandse banken. Na soms wel 25 minuten in de wacht – ‘ik ga het even voor u navragen’ – blijkt het antwoord helaas steeds ontkennend.

‘ABN-AMRO heeft als beleid dat het geen zaken doet met Iran’. Waarom precies kan de mevrouw aan de telefoon niet vertellen en ook haar collega van de afdeling ‘die daarover gaat’ kan niet uitleggen waarom ABN-AMRO daarin een ander beleid voert dan de Nederlandse overheid. ‘Dat is van hogerhand besloten en daar kunt u geen invloed op uitoefenen’.

Niet alleen Nederlandse banken als de ABN-AMRO, ING en Rabobank maken geen geld over naar Iran,  banken die helpen om geld naar ontwikkelingslanden te krijgen, zoals Western Union, doen dat evenmin. Ideële banken zoals Triodos en Bunq werken voor hun buitenlandse betalingen via het platform van andere banken (Triodos via ING en Bunq via SEPA), dus dat werkt ook niet.

Helaas zijn Nederlandse banken zo terughoudend in het faciliteren van legitieme handel met Iran dat Nederlandse bedrijven niet eens kunnen meedoen aan de projecten met financiële steun omdat het geld niet via de banken kan lopen. Dat betekent dus dat je naar Iran moet reizen met grote sommen cash geld. Behoorlijk onveilig en bovendien illegaal. De reactie van de Nederlandse regering op het beleid van de banken is dat ‘in een vrijemarkteconomie banken en bedrijven hun eigen commerciële beslissingen nemen’.

Maar Ella Keijzer, onderneemster in de innovatieve technische sector, vindt het eigenlijk heel vreemd dat ondernemers niet vrij zijn om met Iran handel te drijven – dat de banken dit bepalen. Haar bedrijf Fietslabyrint verkoopt een systeem waarmee mensen interactieve fietstochten kunnen maken door steden en natuurgebieden. Het beeldscherm waarop de fietsroutes worden getoond, is aangesloten op een hometrainer. Het systeem is speciaal ontwikkeld voor oudere mensen die meer moeten bewegen en zo op de hometrainer fietstochtjes kunnen maken door hun geboortedorp of hun lievelingsstad.

Fietslabyrint wordt in zorginstellingen in Nederland gebruikt, maar ook in Hong Kong staan de oudjes in de rij voor een virtuele fietstocht. Vanuit Iran is er interesse voor fietstochten door Iraanse dorpen en steden, maar Keijzer stuit op de onwil van Nederlandse banken. ‘Ik onderneem niet voor niets vanuit Europa, maar blijkbaar doet dat er niet toe en maakt de VS alsnog de dienst uit. Dit maakt vrije handel wel erg onvrij.’

Ook het verstrekken van financiële steun aan Iraanse kunstenaars en coproducenten is moeilijk, weet Neil van der Linde, die al jaren samenwerkt met de Iraanse culturele scene. Kunstwerken kopen, of betalen voor een artikel is nagenoeg onmogelijk. De Nederlandse ambassade wilde nog wel eens helpen, maar doet dat steeds minder omdat ze geen bank wil worden. Verder is het ook steeds moeilijker voor Iraanse instanties om Nederlandse samenwerkingspartners te betalen.

Lichtpunt Zwitserland
Eind januari is een nieuw Zwitsers betalingsmechanisme gelanceerd waarmee humanitaire hulp naar Iran kan worden gestuurd zonder de Amerikaanse sancties te overtreden. De eerste transactie betrof medicijnen voor kanker- en transplantatiepatiënten. De VS heeft dit betalingsmechanisme onderworpen aan ‘strikte maatregelen om misbruik door het Iraanse regime te voorkomen’, en het is op dit moment het enige goedgekeurde mechanisme om geld uit te wisselen met Iran.

Hopelijk komt ook de EU met eenzelfde mechanisme (want nu kunnen alleen mensen met een Zwitserse rekening dit mechanisme gebruiken) en wordt handel met het Iraanse midden- en kleinbedrijf ook weer mogelijk. Want wat we vooral niet zouden moeten willen is de Iraanse bevolking in het sop van de Ayatollahs gaar laten koken, terwijl we wachten tot onze banken genoeg moed hebben verzameld tegen sancties die niet eens voor ons bedoeld zijn.

Vanessa Lambrecht is expert en bestuurslid bij Het Grote Midden Oosten Platform. Zij is arabiste en heeft een grote interesse in hedendaagse ontwikkelingen in de regio.

Recente berichten

Recente reacties

    Archieven

    Categorieën

    Meta

    Deze website gebruikt cookies om uw ervaring te verbeteren. Door op de 'accepteer' knop of andere links in de site te klikken, geeft u aan hiermee akkoord te gaan.