© Slawomira Kozieniec

Winst Erdoğan versterkt de onverdraagzame democratie in Turkije

“Verslagen, ontredderd, verbaasd, geschokt en bedroefd”. Dat is de reactie van Dayon Reubsaet, inwoonster van Istanbul, op de uitslag van de verkiezingen in Turkije waarbij de partij van premier Erdoğan met ongeveer 43 procent weer als de grootste uit de bus kwam.

Ze verwoordt de kater van allen die zich inzetten voor een liberale democratie in Turkije en die geschokt zijn dat zoveel Turken achter de omstreden premier blijven staan. Ondanks zijn optreden als autoritaire postmoderne sultan. Ondanks corruptie, uitgelekte telefoongesprekken, het aan banden leggen van justitie en het ondermijnen van de rechtsstaat. Ondanks het muilkorven en intimideren van de media en de vrije meningsuiting door het blokkeren van Twitter en YouTube, het brute politieoptreden tijdens de Gezi-protesten en het inperken van de autonomie van alle onafhankelijke controle-instanties. Ondanks dat alles.

“Het had geen zin om de klok een uur vooruit te zetten, we zijn er 90 jaar op achteruit gegaan”, aldus Reubsaet, die getrouwd is met een Turkse ingenieur en vurig hoopte op een overwinning van de oppositie. Een ‘tegenstem’ noemt ze haar stem op de oppositiepartij CHP. De grote opkomst bij deze gemeenteraads- en burgemeestersverkiezingen verbaast haar niet. “In ieder geval zijn ze gaan stemmen, al die mensen die op straat hebben geprotesteerd, en die wekenlang iedere avond op potten en pannen hebben geslagen om hun onvrede te uiten.”

In de Kruidenbazaar tref ik dezelfde verslagenheid aan bij een van de vrouwen die daar werkt. “Ik ben depressief doordat we niet hebben gewonnen. Ik heb nergens zin in. En het is nog wel mijn verjaardag vandaag!” Een van haar collega’s zegt: “Democratie werkt niet in een land waar domme mensen als schapen achter een politicus aanlopen”.

“Het had geen zin om de klok een uur vooruit te zetten, we zijn er 90 jaar op achteruit gegaan”

Zondagavond verscheen hij met zijn vrouw en twee van zijn kinderen op het balkon van het hoofdkwartier van zijn AK partij in de hoofdstad Ankara. Hij noemde de verkiezingen een overwinning voor de democratie in Turkije. Hij dankte God, moslim landen en zijn aanhangers voor de victorie. Hij zei dat de kiezers een ‘Ottomaanse slag’ hebben toegebracht aan alle anti-democratische krachten van het oude kemalistische regime. Hij vervloekte de aanhangers van de gematigde islamitische prediker Fethullah Gülen in Pennsylvania. Erger dan de gewelddadige middeleeuwse sji’itische sekte der Assassijnen (waar het Franse woord voor moordenaar, ‘assasin’, vandaan komt) zijn ze, die aanhangers van Gülen . “Wij zullen hun holen binnenvallen. Zij zullen hiervoor boeten. Hoe durven ze de nationale veiligheid in gevaar te brengen?”

Verhoogde heksenjacht
Die uitspraken kunnen worden gezien als aankondiging van een verhoogde heksenjacht op mensen die actief zijn in de beweging van Gülen, de man die juist tot begin 2012 samen met Erdogan optrok om een einde te maken aan de politieke invloed van de generaals en de democratie te verbreiden. De arrestaties in verband met een grootscheeps corruptie- en smeergeldonderzoek dat op 17 december begon was het definitieve breekpunt in het bondgenootschap tussen de twee islamitische krachten.

Erdoğan beschuldigt Gülen-aanhangers bij politie en justitie dat ze een staatsgreep tegen hem voorbereiden, onder het mom van dat strafrechtelijke onderzoek. Vier ministers die worden verdacht van smeergeldpraktijken moesten het veld ruimen. Sinds 17 december is Erdoğan in de tegenaanval en heeft er in talloze toespraken op gehamerd dat ‘landverraders’ in binnen- en buitenland uit zijn op zijn val.

Hij heeft de Gülenisten de oorlog verklaard en gezegd dat dit een nieuwe onafhankelijkheidsoorlog is. Duizenden aanklagers, rechters en politiemensen zijn al overgeplaatst of op non-actief gesteld, omdat ze Gülenisten zouden zijn. Daarmee probeert hij het strafrechtelijk onderzoek naar smeergeldpraktijken in zijn regering te blokkeren.

Helemaal ziedend zijn hij en zijn ministers over een op YouTube geplaatst, afgeluisterd gesprek in het ministerie van Buitenlandse Zaken over de opties die Turkije heeft in Syrië. Er is nog niemand gearresteerd, maar de regering heeft voor dit staaltje spioneren meteen met een beschuldigende vinger gewezen naar de ‘landverrader’ Gülen en zijn medestanders. Media die gelieerd zijn aan de prediker werden op de verkiezingsdag bestookt met cyberaanvallen. Afgelopen weekend klaagde Erdoğan de hoofdredacteur van de Gülen-krant Today’s Zaman en diverse van zijn journalisten aan en eiste een reisverbod zodat ze het land niet kunnen ontvluchten.

“Jullie kennen die lui die koppen in kranten gebruiken waar het bloed vanaf druipt, die woede en haat verspreiden. Vandaag hebben zij, en de ondernemers die hen steunen, weer een zwaar verlies geleden,” sprak Erdoğan triomfantelijk vanaf zijn balkon. “Wij hebben een democratie waar het Westen alleen maar van kan dromen”.

De provocerende, polariserende tactiek van de premier in de verkiezingen rustte op twee pijlers: 1. trots op het door de AKP opgebouwde ‘nieuwe Turkije’ van vrede, groeiende welvaart, dienstverlening en stabiliteit; en 2. inspelen op de diepgewortelde angst voor duistere krachten binnen en buiten Turkije die de partij en de premier een kopje kleiner willen maken.

Slachtofferrol
Daarbij gebruikte hij heel slim de slachtofferrol die zijn soennitische aanhangers zo aanspreekt. Tachtig jaar voelden vrome, vaak laagopgeleide moslims met conservatieve normen en waarden en een islamitische levensstijl zich door de seculiere kemalistische elite met een westerse levensstijl gediscrimineerd, vernederd en behandeld als tweederangs burgers. De AKP-regering maakte een eind aan die discriminatie: het verbod op hoofddoekjes werd opgeheven, en mannen en vrouwen in conservatieve kledij worden niet langer uitgesloten van een loopbaan bij de overheid. Ze zijn trots dat ze eindelijk als volwaardige burgers worden beschouwd en trots op het feit dat Erdoğan en zijn ministers van Turkije een economisch sterk land hebben gemaakt.

Daarnaast zijn er veel meer en betere ziekenhuizen, universiteiten en scholen gekomen en is het openbaar vervoer overal uitgebreid en gemoderniseerd. Allemaal veel belangrijker voor Turken met een lager huishoudbudget dan voor de kiezers uit de upper middle class die al een goede auto hebben, hun kinderen naar privéscholen kunnen sturen, meerdere talen spreken, regelmatig naar het buitenland op vakantie gaan en in de westerse wijken van steden als Istanbul, Ankara en Izmir wonen.

Arrogantie en angst
De regeerstijl van Erdoğan kenmerkt zich steeds meer door een mengeling van arrogantie en angst. Tijdens zijn toespraken herinnert hij zijn trouwe volgelingen graag aan het lot van zijn idool: premier Adnan Menderes (1950-1960), die de eerste religieuze imam-hatip scholen stichtte, de oproep tot het islamitische gebed weer in het Arabisch toeliet en begon met een her-islamisering van de openbare ruimte. Allemaal als reactie op de radicale anti-klerikale maatregelen van Atatürk sinds 1923. Arme boeren kregen grond. Handelaren werden rijk door de snelle economische groei. Er ontstond een middenklasse.

Maar de prijzen van levensmiddelen groeiden harder dan de lonen. De buitenlandse schuld en de ontevredenheid namen toe. De premier trad hard op tegen kritische kranten en de oproerpolitie gebruikte een jaar lang buitensporig geweld om protesten van studenten en arbeiders de kop in te drukken.

In 1960 zetten jonge officieren Menderes af, ontbonden het parlement en lieten de premier en twee van zijn ministers ophangen na een showproces wegens ‘hoogverraad’. De impliciete boodschap van Erdoğan is steeds: Wees waakzaam! De oude elite probeert ons ook met buitenparlementaire middelen af te zetten. De Gezi-protesten zijn door de premier met succes in een kwaad daglicht gesteld en worden door hem steeds afgeschilderd als het voorspel van een staatsgreep.

Een tweede idool van Erdoğan, die werd afgezet door een coup, is sultan Abdul Hamid II, wiens meer dan levensgrote portret op podia hing waar de premier sprak. Deze sultan wordt door de AKP en haar aanhangers vooral herinnerd als een hervormer die het eerste parlement toestond en allerlei andere moderniseringen doorvoerde. Maar ook om het feit dat hij in 1908 slachtoffer werd van een staatsgreep van de Jong Turken, de voorlopers van de kemalisten.

Anderen denken bij zijn heerschappij vooral aan de pogroms en bloedbaden onder de religieuze minderheden, de perscensuur, het gebruik van geheime politie om dissidenten uit te schakelen en de groeiende paranoia van de sultan over zijn veiligheid. De negatieve kanten van zijn regeerperiode (1876-1909) worden door de aanhangers van de AKP bestempeld als ‘leugens’, zoals de gehoofddoekte studente Sümeyye Ceylan van de Istanbul Kültür universiteit zegt. Net als veel van de trouwe volgelingen noemt zij Erdoğan een ‘wereldleider’.

“De moskeeën zijn onze barakken, de minaretten onze bajonetten.”
De twee islamistische partijen waar Erdoğan lid van was, werden door de militairen verboden. En zelf was hij ook slachtoffer van de politieke repressie tegen wat de militairen als ‘reactionarisme’ (politieke islam) bestempelden. Hij moest in 1999 aftreden als burgemeester van Istanbul en vier maanden de gevangenis in omdat hij uit een oud gedicht de volgende regels had geciteerd: “De moskeeën zijn onze barakken, de minaretten onze bajonetten, de koepels onze helmen en de gelovigen onze soldaten”. Bij vrijwel elke verkiezingstoespraak de afgelopen maanden heeft hij deze versregels weer voorgedragen, tot groot enthousiamse van zijn aanhang.

De oppositie vindt het onbegrijpelijk dat niet veel meer kiezers zich van de AKP hebben afgekeerd. Zijn ze niet boos over de corruptie, de doden door het politiegeweld en de autoritaire manier waarop de premier optreedt?

Wat de corruptie betreft, geldt de ervaringsregel: ‘It’s ehe economy, stupid!’. Dat was de frase die campagnestrateeg James Carville in 1992 had bedacht voor de opmerkelijk succesvolle race van de toenmalige onbekende gouverneur van Arkansas, Bill Clinton, naar het Witte Huis tegen de zittende president George H. W. Bush. Corruptie is onderdeel van de Turkse cultuur. Iedereen, en dus ook elke partij, bezondigt zich eraan. Als het goed gaat met de economie, zoals in Turkije, dan zien veel kiezers het graaien door ministers en hun familieleden door de vingers. Pas wanneer het economisch slecht zullen kiezers de zelfverrijking door politici afstraffen, zo leert de geschiedenis.

Blij met de AKP
De 43 procent van de stemmen die de AKP heeft gekregen, moet volgens mij niet worden opgevat als een mandaat van die kiezers aan de politie om meer demonstranten en activisten te doden. De uitslag betekent onder meer dat degenen die voor de regeringspartij hebben gestemd impliciet zeggen dat ze blij zijn met de AKP, en dat zij hun goedkeuring geven aan de onderhandelingen met PKK-leider Abdullah Öcalan over een politieke oplossing van de Koerdische kwestie. Door dit onderhandelingsproces is er al een jaar lang een wapenstilstand en zijn er geen Turkse soldaten meer gesneuveld. Dat is in hun ogen van groter belang dan een proteststem tegen de AKP wegens het brute politiegeweld.

De toenemend autoritaire manier waarop Erdoğan optreedt veroorzaakt binnen en buiten Turkije veel irritatie. Margaret Thatcher was ook autoritair en stond niet voor niets bekend als de ‘Iron Lady’. Maar zij opereerde in een oude, volwassen, liberale democratie. Anders dan in West-Europa en Amerika begon de strijd voor vrijheid en democratie onder de Turken laat, in de tweede helft van de 19e eeuw. Democratie in Turkije is een ‘work in progress’. De eerste vrije verkiezingen waren pas in 1950.

In Engeland dwongen grootgrondbezitters de koning al in 1215 om zijn bevoegdheden in te perken en hun rechten en die van de kerk en kooplieden op papier te zetten. De Magna Carta was een uniek document, omdat voor het eerst gedetailleerd werd vastgelegd op welke wijze de absolute macht van de koning wordt beperkt bij belastingheffing, feodale rechten, wetgeving en rechtspraak. Thatcher maakte het rechtssyteem niet ondergeschikt aan de uitvoerende macht, zoals de Turkse premier nu doet. Noch intimideerde ze en muilkorfde ze de media en vrijheid van meningsuiting.

Wat de zwakke en jonge Turkse democratie echt ondergraaft is de opvatting van Erdoğan dat de stembus het enige ijkpunt is. De grootste partij heeft in zijn ogen carte blanche om alles uit te voeren wat er in het regerinsprogramma staat, zonder overleg met de oppositie en het maatschappelijke middenveld.

Hybride regime
Tot vorig jaar was hij vooral een hervormer. Nu vereenzelvigt hij zichzelf en de AKP met de staat. Hij verhoogt de repressie en breekt af wat er de afgelopen 11 jaar onder zijn bestuur aan democratisering was bereikt. Turkije glijdt steeds verder af naar een onverdraagzame democratie, een hybride regime dat slechts in een paar opzichten voldoet aan de criteria van een liberale democratie. Mede dankzij het beleid van de AKP heeft Turkije een groeiende, steeds beter opgeleide en welvarender middenklasse. Die eist meer vrijheid, rechten en democratie, zoals tijdens en na de Gezi-protesten bleek. Maar Erdoğan is een andere weg ingeslagen. Daarom zullen de instabiliteit en de politieke crisis blijven voortzieken. Dat is de paradox van deze verkiezingen: een nieuw mandaat maar geringere bestuurbaarheid.

 

Marc Guillet is journalist. Hij schrijft sinds 1983 over Turkije en was van 2006 tot 2019 correspondent in Istanbul.

Recente berichten

Recente reacties

    Archieven

    Categorieën

    Meta

    Deze website gebruikt cookies om uw ervaring te verbeteren. Door op de 'accepteer' knop of andere links in de site te klikken, geeft u aan hiermee akkoord te gaan.