‘Realistisch’ of ‘rechtvaardig’: wat zeggen verkiezingsprogramma’s over buitenlands beleid?

‘We hebben een realistisch buitenlands beleid’, staat in het NSC-programma. ‘Het moet bijdragen aan de belangen van Nederland in de wereld.’ ‘Recht en rechtvaardigheid vormen de kern van ons buitenlands beleid,’ stelt de Christen Unie daarentegen.

Net als bij eerdere verkiezingen hebben we de partijprogramma’s doorgenomen om een beeld te vormen van de buitenlandplannen van politieke partijen, en met name van hun plannen voor het Midden-Oosten. Het goede nieuws: handhaving van het internationale recht staat bij de meeste partijen op papier nog centraal. Het slechte nieuws: een aantal grote partijen heeft die rechtsorde de afgelopen jaren opzichtig genegeerd.

Het is duidelijk dat de programma’s geschreven zijn in een periode dat de genocide tegen Palestijnen in alle hevigheid plaatsvindt. In veel programma’s zijn hele paragrafen gewijd aan Gaza, Israël en Palestina. Sinds 7 oktober 2023 is duidelijk zichtbaar geworden hoe de Nederlandse partijen zich verhouden tot het Israëlische en het Palestijnse volk. Een aantal partijen (zoals CDA, GroenLinks/PvdA) lijkt daarbij wat te zijn verschoven: naarmate de schaal van het geweld toenam, zijn ze zich vaker gaan uitspreken voor bescherming van Palestijnen. De verkiezingsprogramma’s bevatten eigenlijk geen verrassingen over Israël en Palestina. Ze sluiten aan bij de woordkeuzes van politici en het stemgedrag in de Tweede Kamer in de afgelopen twee jaar.

Onvoorstelbaar leed of genocide

In grote lijnen komt het erop neer dat de linkse partijen en D66 de genocide bij naam noemen. Het CDA spreekt daarentegen van ‘onvoorstelbaar leed’: De invulling van dat recht (op verdediging) is echter verworden tot een offensief dat het internationale recht schendt en onvoorstelbaar leed veroorzaakt onder de Palestijnse burgerbevolking. En de VVD schrijft dat … we kritisch kijken naar het handelen van de Israëlische regering (terwijl het zijn recht op zelfverdediging uitvoert). Israël moet zich houden aan het oorlogsrecht. De PVV geeft Israël carte blanche: Wapenleveranties aan Israël moeten onverminderd door kunnen gaan. Israël heeft de vrije hand bij het totaal vernietigen van Hamas en het bevrijden van de gijzelaars.

Waar in voorgaande verkiezingen partijen vrij algemeen waren over hun visie op het Israëlisch-Palestijns conflict, wordt nu veel gedetailleerder ingegaan op wat de inzet moet zijn om tot duurzame vrede te komen. Ook hier zien we weer een vrij duidelijke tweedeling tussen links en rechts. Het zijn de linkse partijen (en D66) die expliciet aangeven dat zij zich willen inzetten om een einde te maken aan de illegale Israëlische bezetting van Palestijns land. BIJ1, DENK, de SP en de Partij voor de Dieren zijn het meest uitgesproken, zij noemen hele concrete maatregelen die Nederland kan nemen zolang de illegale bezetting voortduurt. Rechtse partijen noemen de bezetting helemaal niet. VVD en BBB noemen wel de illegale nederzettingen.

Onveranderd is dat de meeste partijen nog steeds streven naar een tweestatenoplossing, waarbij, in de woorden van VOLT: Nederland zet zich in voor een rechtvaardige en vreedzame oplossing op basis van internationaal recht, met als doel een tweestatenoplossing waarin Palestijnen en Israëli’s in veiligheid en met waardigheid kunnen leven.

CDA en andere rechtse partijen voegen daar nog de voorwaarde aan toe dat er vrije verkiezingen moeten komen voor het Palestijnse bestuur, waarbij Hamas geen rol mag spelen. Dat is saillant omdat Hamas in 2006 de laatste vrije verkiezingen in de Gazastrook won.

BIJ1 en DENK geloven niet in een tweestatenoplossing. BIJ1 stelt dat Palestijnen zelf moeten bepalen welke staatsvorm het best bij zelfbeschikking past: Het is niet aan BIJ1 of het westen om de vorm van de staat te bepalen. DENK is uitgesprokener: Israël heeft de tweestatenoplossing onmogelijk gemaakt en vernietigd. Nederland en de EU moeten daarom het enige alternatief bevorderen: één staat met gelijke rechten voor iedereen en die staat heet Palestina.

Turkije, Marokko, Iran

Komen er nog andere MENA-landen voor in de programma’s? Nauwelijks. De Partij voor de Dieren wil grondoorzaken van migratie aanpakken en daarnaast een eerlijk migratiebeleid. Migratiedeals met derde landen zoals Turkije, Tunesië, Libië en Niger moeten worden teruggedraaid.

DENK wil dat Nederland zich inzet voor goede relaties met herkomstlanden van Nederlanders met een migratieachtergrond, zoals Marokko. GroenLinks-PvdA vindt juist dat we deze Nederlanders moeten beschermen tegen ‘de lange arm’ van de regimes in hun land van herkomst. Turkije wordt verder vrijwel alleen genoemd als het gaat over toetreding tot de EU, en meestal negatief, zoals in het programma van NSC: Het toetredingsproces van Turkije is terecht bevroren en wordt niet opnieuw opgestart. De PVV en BBB noemen de herkomstlanden indirect, de partijen willen een ‘vrijwillige remigratieregeling’ instellen voor ‘niet-westerse allochtonen’, en de partijen maken expliciet dat ze deze mensen liever kwijt dan rijk zijn. (Dit ‘wij-zij’-denken door politieke partijen en suggesties voor verwijdering van bepaalde groepen burgers moeten overigens bij kiezers alle alarmbellen doen rinkelen!)

Dan is er nog Iran. Zowel links als rechts vindt dat Iran geen kernwapens mag ontwikkelen, en dat de Revolutionaire Garde op de lijst hoort van terreurorganisaties.

Solidariteit

In de meeste programma’s is er meer focus op vijandbeelden dan op de honderden miljoenen inwoners van Zuid-West Azië, de postkoloniale benaming voor het Midden-Oosten. Waarbij er regelmatig specifieke ondersteuning wordt beloofd aan onderdrukte minderheden, en dan vooral voor vervolgde Christenen (CU, NSC en CDA).

Toch is er wel degelijk solidariteit met minder bedeelden in de wereld. Veel linkse partijen, maar ook D66 en de Christen Unie, willen dat Nederland de internationale norm herstelt om 0,7% van het bruto nationaal inkomen uit te geven aan ontwikkelingssamenwerking. Deze norm werd door het vorige kabinet losgelaten.

Internationaal recht

Rosan Smits, politicoloog en adjunct-hoofdredacteur van De Correspondent, noemt in haar recent verschenen boek Dit is fascisme de genocide in Gaza een sleutelkwestie. In het Parool legt ze deze week uit waarom: “Toen Israël begon met zijn vernietigingscampagne in Gaza, werd het land geen strobreed in de weg gelegd. Daarmee gebeurde wat fascistische bewegingen beogen: het internationale recht werd nietig verklaard. Als een natie zo openlijk een genocide kan voltrekken en de bondgenoten in het Westen blijven het land steunen, dan is het internationale recht nergens meer op van toepassing en kunnen uiterst rechtse politici overal hun gang gaan.”

Tegen die achtergrond is het opvallend dat de meeste politieke partijen in hun programma stellen dat het internationale recht en naleving van mensenrechten zeer belangrijk zijn.

Het internationale recht is een houvast: De Nederlandse en Europese passiviteit wordt ingeruild voor een krachtige politiek met het internationaal recht als leidraad, aldus het PvdA programma. En het CDA stelt herhaaldelijk dat het internationaal recht een prioriteit is, Het CDA staat voor het consequent toepassen van het internationaal recht waarin menselijke waardigheid en mensenrechten besloten liggen. Doen we dit niet, dan ondermijnt dit ons internationale rechtsstelsel en daar spinnen autoritaire en dictatoriale regimes garen bij. Het internationaal recht moet ons kompas blijven – altijd en overal. Dus ook in Israël.

Voor de Christen Unie vormen recht en rechtvaardigheid zelfs de kern van ons buitenlands beleid. Nederland speelt een leidende rol in het aankaarten van mensenrechtenschendingen en het tegengaan van straffeloosheid. En GroenLinks-PvdA schrijft over het geweld in Gaza De Nederlandse en Europese passiviteit wordt ingeruild voor een krachtige politiek met het internationaal recht als leidraad.

Oprecht zorgelijk zijn in dit kader de programma’s van de VVD en PVV. De PVV wil een aantal internationale verdragen opzeggen, waaronder het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Internationaal of humanitair recht komt niet in het programma voor.

De VVD schrijft dat nieuwkomers in Nederland de Nederlandse rechtsstaat en de bijbehorende mensenrechten expliciet moeten respecteren, maar schrijft intussen over de internationale rechtsorde dat die afbrokkelt, en dat internationale afspraken worden genegeerd. Als VVD erkennen we dat de harde geopolitieke realiteit vraagt om een strategische omslag. We moeten macht en recht opnieuw in balans brengen. Militair ingrijpen kan nodig zijn. De VVD zet in op forse ophoging van defensie-uitgaven. Geen deugpolitiek meer zonder concreet strategisch belang voor Nederland. Het internationaal recht wordt niet meer genoemd.

En wat de programma’s ook schrijven over de rechtsorde, laten we niet vergeten dat een aantal partijen deze rechtsorde in de afgelopen jaren opzichtig heeft genegeerd of zelfs terzijde geschoven. Is het aanhalen van de internationale rechtsorde in de programma’s een belofte van beterschap? Dat is twijfelachtig. Op 27 augustus nog, toen men al de programma’s aan het schrijven was, stemden CDA, Christen Unie, NSC en VVD tégen de motie ‘uitspreken dat het kabinet de rechtsstaat en het internationaal recht voluit, in woord en daad, moet respecteren en verdedigen’. Daden zeggen soms meer dan woorden.

Voor dit artikel lazen wij de verkiezingsprogramma’s van BBB, BIJ1, Christen Unie, CDA, D66, DENK, GroenLinks-PvdA, NSC, Partij voor de Dieren, PVV, SP, Volt, VVD

Kijk naar het landelijk Israël-Palestina Verkiezingsdebat dat op 10 oktober werd gehouden in Den Haag, georganiseerd door PAX, the Rights Forum, Oxfam Novib, Save the Children en SOMO.

The Rights Forum publiceerde een Palestina-Israël kieswijzer.

Sylva van Rosse is mede-oprichter van Het Grote Midden Oosten Platform. In haar werk maakt ze de Arabische wereld toegankelijk voor Europese actoren die willen werken aan een gedeelde toekomst.

Abonneer je op onze nieuwsbrief Aanmelden

Deze website gebruikt cookies om uw ervaring te verbeteren. Door op de 'accepteer' knop of andere links in de site te klikken, geeft u aan hiermee akkoord te gaan.