Een oriëntalistische dromer en romanticus , maar nooit blind

Voor velen blijft de schrijver Pierre Loti een romanticus en een dromer, en met name ook een vreemde snuiter die van verkleedpartijen hield. Hij goot de tijdgeest van het oriëntalisme in een literaire vorm. Zijn autobiografisch geïnspireerde romans schilderen het getransfigureerde beeld van een mysterieuze Oriënt, en getuigen van een verlangen naar het exotische.

De Franse kunstenaar Henri Matisse (1869-1954) was zeer enthousiast over Loti’s beschrijvende gaven, waarvan hij de pracht besefte toen hij getuige was van taferelen die de schrijver Loti literair had vastgelegd. Die taferelen getuigen van realisme, zijn minutieus beschrijvend. Pierre Loti reisde in het voorjaar van 1869 als cadet van de Franse marine door de steden Fez en Meknes in het binnenland van Marokko. Zijn talenten en beroep maakten Julien Viaud alias Pierre Loti tot een globetrotter. Hij was een Franse marineofficier en schrijver. Enkele van zijn ontelbare romans groeiden in de late 19e en vroege 20e eeuw uit tot bestsellers.

‘Au Maroc’

Loti was 39 jaar oud toen hij in april en mei 1889 voor de Franse ambassade diende bij het hof van sultan Moulay Hassan in Marokko. Hij publiceerde zijn aantekeningen over deze tijd in 1890 in zijn werk ‘Au Maroc’. Loti, die door Franse ambassadeur Jules Patenôtre was uitgenodigd om mee op reis te gaan en daarvan verslag te doen, deed eigenlijk veel meer dan dat. Hij was toen al een schrijver met een zekere faam – hij werd in 1891 verkozen in de prestigieuze, in 1635 opgerichte Académie Française. Het Marokko dat hij ‘ontdekte’, had geen spoorwegen, auto’s of wegen, schreef hij; het was een Marokko waarvan hij hoopte dat het nog lang vrij zou blijven van al deze moderne ontwikkelingen.

Oriëntaalse romantiek: 'Au Maroc'

Het half-autobiografische liefdesverhaal ‘Aziyadé’

Op het moment dat hij Marokko binnenkwam, had hij al negen boeken geschreven, waarvan er drie geheel of gedeeltelijk waren gebaseerd op zijn ervaringen in Turkije, Senegal en Algerije. Het eerste is waarschijnlijk het bekendste van alle werken, het semi-autobiografische liefdesverhaal ‘Aziyadé’, dat begon in en Istanbul, hoofdstad van het Ottomaanse rijk.

Liefdesroman: Waarschijnlijk het bekendste van alle werken, het semi-autobiografische liefdesverhaal 'Aziyadé'

Zijn voorliefde voor de Oriënt kwam al snel tot uiting in zijn werk. ‘De Oriënt heeft mij een magie geschonken waarvan ik mij nooit zal kunnen bevrijden,’ schreef hij in zijn roman uit 1892,  ‘Fantômes de L’Oriënt’. Met deze woorden schetste hij zijn levenslange fascinatie voor de Oriënt zoals hij die ziet: ondoorgrondelijk, sensueel en statisch. Loti ondervond voor het eerst de aantrekkingskracht van de moslimwereld tijdens zijn reis naar Algerije in 1869. Degenen die ‘Au Maroc’ lazen, ‘zouden mij zelfs kunnen verdenken,’ zo schreef hij, van een ‘voorkeur voor moslimlanden.’ Hij gaf toe dat hij altijd het gevoel had ‘een halve Arabische ziel’ te bezitten.

Fervent verzamelaar

Vanaf 1880 werd Loti ook een fervent verzamelaar van voorwerpen die hij op zijn reizen verwierf. De meeste van deze souvenirs werden overgebracht naar zijn ouderlijk huis in Rochefort, aan de Franse Atlantische kust. In 1895 kocht hij het naastgelegen huis om zijn verzameling in onder te brengen, en ook hier was het snel te klein. De gemeente Rochefort kocht het huis van Loti in 1969 en bouwde het om tot museum. De structuur van drie verdiepingen – bescheiden van buiten maar prachtig van binnen met voorbeelden van islamitische architectuur, kunst en handvakwerk die Loti zo bewonderde en zo uitgebreid verzamelde – bevinden zich uiteraard aan de Rue Pierre Loti.

Rariteitenkabinet: Een van de vele ruimtes in het huis van Pierre Loti in Rochefort

Het museum bevat een appartement met kamers die werden ontworpen door Loti, waarvan de inrichting zijn romantische fascinatie voor de islamitische wereld weerspiegelt: de Turkse salon, met een subtiel gegraveerd cederhouten plafond dat doet denken aan de Alhambra in Andalusië in Zuid-Spanje, de Arabische kamer, karakteristieke ramen in Arabisch design en Turkse tegels uit de 17e eeuw, evenals een minbar (spreekgestoelte). Dit laatste is een gerestaureerd deel uit de door brand beschadigde Umayyaden-moskee in Damascus dat Loti in 1894 kocht toen de autoriteiten op het punt stonden het te slopen. Hij bracht het naar Rochefort met een ploeg Syrische ambachtslieden. Tussen zijn dienst bij de marine door bracht Loti een groot deel van zijn vrije tijd thuis in deze kamers door, zittend op de lage banken, om zijn herinneringen vast te houden en om te schrijven.

Diep in het leven in Istanbul gedoken

Geboren als Louis-Marie-Julien Viaud, het jongste kind van een Hugenotenfamilie uit de middenklasse, was het Loti’s zeevaartdienst die hem voor zijn boeken inspireerde, waaronder ‘Le Manage de Loti’, over Tahiti, ‘Madame Chrysanthème’ en ‘Pêcheur d´Islande’. Na een cruise in de Stille Zuidzee en een periode in Senegal, zeilde Loti in 1876 naar Turkije. Hij bezocht eerst Thessaloniki (nu Griekenland), en reisde vervolgens naar Istanbul. Hij verdiepte zich in het Turkse leven, kleedde zich volgens de tradities, leerde Turks en kocht zelfs een appartement in de Eyüp-wijk aan de Aziatische kant van de Bosporus.

Pierre Loti naar een schilderij van Hasan Thaqi, 2009 (Privébezit Oscar Bergamin)

Aan het einde van zijn verblijf in 1877 was hij vrij om te gaan waar hij maar wilde, zonder bijzondere aandacht op zichzelf te vestigen. Officieel als officier, maar ook privé, keerde Loti vele malen terug naar Istanbul en schreef niet minder dan zeven boeken over Turkije. Net onder de oude Osmaanse begraafplaats van Eyüp met een prachtig uitzicht over de Bosporus bestaat vandaag nog het Café Pierre Loti. Bij zijn laatste bezoek aan Istanbul in 1913, toen zijn schip aanmeerde, werd hij begroet door een juichende menigte. Sultan Mehmed V Reşad nodigde hem uit voor een diner in het Topkapi-paleis, een zeldzame eer voor een Europeaan. Hij logeerde in pracht en praal in de oude stad, waar hij erg van hield. Op de dag van zijn staatsbegrafenis op 16 juni 1923 in Frankrijk gingen de vlaggen in Istanbul halfstok.

Reis naar Perzië in ‘Vers Isphahan’

Loti bezocht Marokko, Algerije, Egypte, Palestina, Libanon, Syrië, India, Oman en Perzië, en schreef daarover. In 1894 reisde van Caïro via de Sinaï naar Palestina, maar maakte een omweg via weinig gebruikte karavaanroutes. In het voorwoord van zijn trilogie ‘Le Désert, Jérusalem et Galilée’, die in 1895 in Parijs werd gepubliceerd, legt de auteur uit waarom hij de moeilijkste en gevaarlijke route had gekozen vanaf Suez naar Sinaï (Egypte) en door de Petra-woestijn naar Aqaba (Jordanië). De reden bleek heel eenvoudig en duidelijk: ‘Omdat iedereen mij dat probeerde af te raden.’

Loti bezocht Perzië in 1900. Op weg daar naartoe maakte hij ook een tussenstop in Oman. De sultan in Muscat schonk hem een dolk en een zwaard uit zijn privécollectie. De schrijver voegde ze toe aan zijn verzameling Arabische wapens in Rochefort, samen met de geschenken van de sultan van Marokko in 1889: een verzilverd geweer en een Damasceense sabel. In Perzië reisde hij naar Isfahan en bezocht hij ook Shiraz, Qum en Teheran. ‘Vers Ispahan’ (Naar Isfahan) werd gepubliceerd in 1904. ‘Iedereen die met mij mee wil naar Isfahan tijdens de rozenseizoenen,’ begint Loti, ‘moet zoals vroeger in langzame etappes rijden’… ‘Iedereen die met mij meegaat naar verloren oases in velden met witte papavers en tuinen’… ‘zal een oude stad van ruïnes en geheimen vinden, zijn blauwe koepels en minaretten met het eeuwige azuurblauwe… ‘

In de biografie van Pierre Loti door Leslie Blanch uit 1985 staat: ‘In de hotels en boekhandels van Iran hebben nieuwe edities van ‘Vers Ispahan’ altijd een prominente plaats ingenomen tussen de nieuwste reisboeken en gidsen van de regio.’

Invasie van ‘Cookis’ in Egypte

In 1907 bezocht Loti Egypte als gast van de Khedive (Osmaanse onderkoning) Abbas Hilmi en de Egyptische nationalistische leider Mustafa Kamil Pasha en reisde hij langzaam per schip van Caïro de Nijl op naar Aswan. Deze reis resulteerde in ‘La Mort de Philae’, wat verwijst naar een eerdere tempel op het eiland in Opper-Egypte die onder water kwam te staan doordat er een dam werd gebouwd.

Dromer: Loti ziet zich zelf als Farao

In dit boek betreurt Loti de modernisering van Egypte en hekelt hij de invasie van verwende toeristen die hij ‘Cookis’ noemt – naar de Britse reisorganisatie ‘Thomas Cook and Son’. Loti liet de autoriteiten in Cairo het Egyptisch Museum dag en nacht openen, zodat hij de tentoongestelde voorwerpen bij kaarslicht kon zien. Hij meende zich daar zeker in een eerder leven in een faraonische vorm te zullen vinden. Uiteindelijk zag hij zichzelf in de mummie van Ramses II. Loti ging zo ver om zijn gelijkenis aan te tonen dat hij op een ansichtkaart zijn portret voegde bij de overblijfselen van de Egyptische heerser uit de 14 eeuw voor Chr. Bovenaan schreef hij: ‘Oh! Ik zal binnenkort op hem aan de linkerkant lijken!’

Excentriek: Portret op een ansichtkaart met de mummie van Farao Ramses II in het Egyptische museum van Cairo

Melancholie, en meer poëzie dan proza

Loti’s Weltschmerz in ‘La Mort de Philae’ is duidelijk in tegenspraak met zijn volgen sommigen naïeve bewondering voor de schoonheid  in ‘Au Maroc’. Dit werk bevat meer poëzie dan proza en was Loti’s eerste reisboek. Hij houdt de lezer voor dat deze geen verhandeling zal vinden over hoe het land zich bij de ‘moderne beweging’ kan aansluiten. In plaats daarvan portretteert hij Marokko als een ongerept land, haast een Hof van Eden, vrij van buitenlandse invloeden, een land dat ‘kalm, wild, overspoeld met licht’ is, de aarde eruit ziet als ‘een bloementapijt’, en waar zelfs de wilde dieren niet bang voor hem zijn.

Loti noemt voorbeelden van de strikte rechtvaardigheid van de sultan en schroomt niet om onaantrekkelijke stadslandschappen te beschrijven. Maar zijn hart ligt bij de charme van het land. De schrijver vraagt Marokko om ‘vooruitgang’ af te wijzen en vast te houden aan tradities. Hij smeekt het land zelfs om ‘Europa de rug toe te keren’.

Was Loti gewoon een gekke romanticus die blindelings vertrouwde een verleden dat beter bij hem paste dan in zijn eigen tijd? Het antwoord hangt af van de persoon aan wie de vraag wordt gesteld. Zijn beschermheer, de ambassadeur Jules Patenôtre, nam resoluut afstand van Loti’s oproep tegen de vooruitgang van Marokko.

Oriëntalist en ‘exoot’

Loti was een excentrieke oriëntalist die belang hechte aan sensaties, instincten en impulsen, hoewel hij ook over een bewonderenswaardig talent beschikte als gekwelde en precieze waarnemer en transparante stilist. Henri Matisse bezocht Tanger tweemaal in 1912 en 1913 en schilderde daar een aantal verbazingwekkende kleurrijke schilderijen; hij plaatst Loti in een ander licht. Door ‘Au Maroc’ te lezen, zei Matisse, raakte hij vertrouwd met het landschap van Marokko. Hij waardeerde Loti’s vermogen om te beschrijven, waarvan hij de pracht pas besefte toen hij zelf het beschrevene aanschouwde. Loti was een man van romantische en ongecompliceerde beelden, ‘een dromer, maar nooit blind’.

In Ajloun weten ze: met een levende boom heb je een betere toekomst

Michael Schuring, eigenaar van het bedrijf Deserttulip en distributeur van de Waterboxx van het Nederlandse bedrijf Groasis, kwam met zijn vrouw mee naar Jordanië en keek wat hij daar zou kunnen doen. Hij kwam in aanraking met het Nederlandse bedrijf Groasis en raakte onder de indruk van dit bijzondere product, waarmee je zelfs in de woestijn druiven kan laten groeien.

Groasis is het geesteskind van de in april dit jaar overleden Pieter Hoff, een zeer succesvolle Nederlandse lelieteler die zijn bedrijf verkocht omdat hij zag dat het anders moest en besloot ‘moeder Aarde te herbebossen’. Bomen zorgen voor voedsel, schoon water en CO2-opslag. Pieter was ook uitvinder en ontwikkelde de zogeheten growboxx, waarmee je met heel weinig water bomen kunt planten in uitgedroogde gebieden. De boom groeit op slechts 10 procent van wat je normaal aan water nodig hebt. Het is een uitvinding die de wereld zou kunnen veranderen. Groasis is inmiddels in meer dan veertig landen actief.

Bomen planten

Meer dan 45 procent van de landbouwgrond in het Midden-Oosten en Noord-Afrika staat bloot aan degradatie. Oorzaken zijn onder meer droogte of verkeerd gebruik van het land zoals monocultuur, overkapping en overbegrazing. Door samen met lokale gemeenschappen op eenvoudige manieren en met lage kosten bomen te planten, worden de economische en sociale omstandigheden van dorpen en nederzettingen verbeterd.

Het planten van bomen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika is broodnodig. En er zijn dan ook meerdere initiatieven. Zoals Stichting Riforest, dat arme boeren in het Rifgebergte van Marokko stimuleert en ondersteunt bij het ecologisch en economisch herstel van hun landbouwgrond door bomen te planten en permacultuur in te voeren. Een ander Nederlands project, Menaqua, heeft een soort cocon ontwikkeld waarmee bomen kunnen worden geplant. En Perma Atlas is een stichting die zich richt op herstel van het ecosysteem rond Anguelz, een Marokkaans dorp in de Hoge Atlas. Daarbij wordt ingezet op permacultuur in brede zin: er is niet alleen aandacht voor het creëren van een duurzame leefomgeving, maar ook voor het sociale systeem in het dorp.

Afgelopen maart lanceerde de Saudische kroonprins een plan om de komende decennia 10 miljard bomen te planten in het olie-koninkrijk. De temperaturen zullen in Saoedi-Arabië naar verwachting sneller stijgen dan het wereldwijde gemiddelde. Onderzoek heeft uitgewezen dat het Arabische schiereiland tegen het einde van deze eeuw waarschijnlijk onbewoonbaar is. Dit soort grootschalige projecten worden echter niet met de lokale gemeenschappen opgezet. Het onderhoud en beheer van de bomen zal door de overheid worden georganiseerd. Er is dan ook kritiek op het Saoedische plan, want grootschalige projecten die de natuurlijke omgeving drastisch wijzigen, moeten zorgvuldig worden uitgevoerd; het kwetsbare woestijnecosysteem kan immers flink verstoord worden en verandering in lokale neerslag en bodems kan gevolgen hebben voor inheemse planten- en dierensoorten. De collectieve kennis van de lokale bevolking, met overgeleverde expertise en een beter beeld van de historische context van het ecosysteem, is een duurzamere manier van landschapsherstel.

Pieter Hoff, eigenaar Groasis en uitvinder van de Waterboxx.

Noord-Jordanië

Het Ajloun-gebergte staat bekend om zijn weelderige vegetatie en dichte groene bossen. Er ligt ook een bosreservaat. De hoogste bergtoppen reiken tot 1268 meter boven de zeespiegel en de Ajloun-bergen krijgen elk jaar een paar sneeuwstormen, meestal in het winterseizoen van december tot maart. Het is een van de mooiste regio’s van het land. Het gebied stond vroeger bekend als het grootste beboste deel in het Midden-Oosten, maar werd grotendeels ontbost door de Ottomanen vanwege de aanleg van de spoorlijn van Damascus naar Mekka.

Michael Schuring sprak met ons over zijn werk in Jordanië. Hij werkt vooral met lokale gemeenschappen en liever niet met boeren of de overheid. Dat is praktisch en prettiger werken. ‘Boeren kijken vaak niet verder dan één seizoen vooruit, en ze kijken alleen naar hun eigen bedrijf. Daarnaast zijn boeren in Jordanië niet verenigd. Werken met de overheid duurt juist weer te lang door wisselingen van posities en de taaiheid van de bureaucratie.’

Jongeren en lokale gemeenschappen daarentegen staan open voor dat wat de Waterbox brengt. Ze planten bomen met wilde tijm erbij, of tomaat, druiven of andere sneller groeiende planten. Hierdoor is er gedurende de groei van de boom ook andere opbrengst. ‘Ik wil dat deze jongeren geld verdienen, en snel’, zegt hij. Het overschot van de oogst kan worden verkocht voor de nationale of internationale markt.

Jonge boompjes in Ajloun

Michael regelt brede samenwerking. Voor bevruchting van planten zijn bijen nodig. ‘Als het nodig is, breng ik mensen in contact met een imker die bijenkasten plaatst.’ Compost regelt hij bij mensen in de gemeenschap. De vrouwen maken de geproduceerde groente en fruit in en verkopen het weer verder. Dergelijke samenwerking en gemeenschapszin zorgen ervoor dat de jongeren niet hoeven weg te trekken naar de stad of het buitenland, maar zich blijvend verbinden met het land. Hun ideeën stimuleren nieuwe initiatieven en innovatie en zo ontstaan er steeds meer projecten, zoals een radiostation of een organisatie voor ecotoerisme. Jongeren halen zelf geld op voor projecten, schrijven projectplannen en voeren die projecten zelf uit. Michael helpt graag waar het nodig is.

Een groener Jordanië

De MENA-regio is zeer kwetsbaar voor stijgende temperaturen. De voorspellingen zijn dat de temperatuur in de regio tegen het eind van de eeuw kan oplopen tot wel 50 graden Celsius. Dat betekent dat er bijna geen sprake meer van leven zal kunnen zijn. De voedselproductie wordt onmogelijk, rivieren en grondwater drogen op en flora en fauna verdwijnt.

Het is dus zaak om de biodiversiteit te vergroten en het groen weer terug te brengen en op die manier de verwoestijning en de verzilting van het water tegen te gaan. ‘Wat ik zou willen, is dat er in alle provincies van Jordanië bomenplantprogramma’s komen’, zegt Michael. Kennis van bomen en voedselproductie moet weer lokaal aanwezig zijn en lokaal worden geregeld. En tot slot moet het besef dat een levende boom op de lange termijn veel meer opbrengt, weer gemeengoed worden. Gelukkig weten jongeren in Ajloun dat inmiddels.

Een heel mooi interview met Pieter Hoff is te horen bij de Correspondent: https://decorrespondent.nl/11572/om-idealistisch-te-zijn-moet-je-ook-van-geld-verdienen-houden-zegt-deze-ondernemer/2853050968020-7dac7951

 

Recente berichten

Recente reacties

    Archieven

    Categorieën

    Meta

    Deze website gebruikt cookies om uw ervaring te verbeteren. Door op de 'accepteer' knop of andere links in de site te klikken, geeft u aan hiermee akkoord te gaan.